ECLI:NL:RBDHA:2025:5921

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
NL25.4165
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Deze uitspraak betreft het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak van een asielaanvraag die door de Minister van Asiel en Migratie is afgewezen. Verzoeker, die van Nigeriaanse nationaliteit is, heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft deze aanvraag op 22 januari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld, waarbij hij verzoekt om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 maart 2025 behandeld, waarbij verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. In de uitspraak legt de voorzieningenrechter uit dat de afwijzing van de asielaanvraag is beoordeeld en dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (NL25.4164), waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P. Lenstra, in aanwezigheid van griffier mr. O. El Hihi, en is op 9 april 2025 openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.4165
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. H. Loth),

en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Vreijsen).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan. Hij heeft daartegen ook beroep ingesteld.
1.1.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Verzoeker heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 22 januari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van de zaak NL25.4164, op 26 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, Dhr. Mgebjume als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Verzoeker stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1988.
4. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.4164, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P. Lenstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. O. El Hihi, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
09 april 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.