Beoordeling door de rechtbank
3. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
4. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij niet kan terugkeren naar China, omdat zij behoort tot de Kerk van de Almachtige God. Eiseres verklaart dat zij in 2013 is bekeerd tot de Kerk van de Almachtige God. In 2015 is zij gearresteerd tijdens een religieuze bijeenkomst. De politie heeft haar toen meegenomen en mishandeld. Nadat zij werd vrijgelaten, is zij naar Shanghai gegaan. Daar is zij in augustus 2016 tijdens een religieuze bijeenkomst betrapt door een vrouw. Eiseres heeft weten weg te komen, maar haar zus vertelde haar later dat zij wel werd gezocht door de politie. Hierop heeft eiseres besloten om China te verlaten.
6. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- bekering tot de Kerk van de Almachtige God en de problemen die daaruit zijn voortgevloeid.
7. De minister acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. De bekering tot de Kerk van de Almachtige God en de problemen die daaruit zijn voortgevloeid acht de minister niet geloofwaardig. Volgens de minister vormen de verklaringen van eiseres daarover geen samenhangend en aannemelijk geheel. De minister heeft in dit verband het volgende aan eiseres tegengeworpen:
- de verklaringen over haar bekering zijn vaag, summier en wisselend;
- de verklaringen over het uitoefenen van haar geloof zijn wisselend en vaag;
- de verklaringen over haar problemen in China zijn vaag en wisselend.
De minister had in het voornemen ook aan eiseres tegengeworpen dat het weinig plausibel is dat zij geen enkel document of ander bewijs heeft van haar activiteiten in Nederland. Eiseres heeft bij de zienswijze alsnog screenshots van Skype-bijeenkomsten en van Facebookberichten overgelegd. De minister heeft in het bestreden besluit het standpunt ingenomen dat deze stukken niet tot een andere conclusie leiden over de geloofwaardigheid. De minister heeft zich verder op het standpunt gesteld dat eiseres haar asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk heeft ingediend en daar geen goede verklaring voor heeft. De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als kennelijk ongegrond. De minister heeft ook bepaald dat eiseres een terugkeerbesluit krijgt waarin staat dat zij onmiddellijk moet vertrekken, en een inreisverbod krijgt voor de duur van twee jaar.
Referentiekader van eiseres en het nader gehoor
8. Eiseres voert aan dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader. Eiseres wijst erop dat zij uitgebreid heeft verklaard over de arrestatie en mishandeling in China. Eiseres stelt dat deze ervaring het voor haar lastig maakte om open en persoonlijk te verklaren. Ook denkt zij meer vanuit algemeen perspectief. De minister heeft dat niet onderkend. Eiseres stelt ook dat de minister haar ten onrechte heeft tegengeworpen dat zij in België al een asielprocedure heeft doorlopen. Die situatie was anders, omdat België geen speciaal beleid heeft voor leden van de Kerk van de Almachtige God, zoals Nederland. Bovendien draagt de afwijzing in België juist bij aan haar angst om te verklaren.
Eiseres betoogt verder dat zij te vaak is onderbroken tijdens het nader gehoor, waardoor zij minder vrij kon verklaren. Dat had de minister, mede gelet op haar referentiekader, niet mogen doen. De minister had daarom ook haar aanvullende verklaringen in de zienswijze in de besluitvorming moeten betrekken. In het bestreden besluit is over de aanvullende verklaringen meermalen ten onrechte aan haar tegengeworpen dat zij niet heeft toegelicht waarom zij dat niet eerder heeft verklaard.
9. De rechtbank overweegt als volgt. Ook als eiseres angst voelt (vanwege de ervaringen in China of anderszins) en meer denkt vanuit een algemeen perspectief, mag van haar worden verwacht dat zij kan uitleggen waarom zij asiel vraagt. De minister mocht daarbij van belang vinden dat eiseres in België al een asielprocedure heeft doorlopen. Dat België een ander beschermingsbeleid hanteert doet niet af aan de omstandigheid dat eiseres daar hetzelfde asielmotief heeft aangevoerd en daarover heeft verklaard. De minister mocht ook van belang vinden dat eiseres stelt dat zij meerdere functies (groepsleider en diaken) heeft bekleed binnen de Kerk. De rechtbank is van oordeel dat de minister is uitgegaan van het juiste referentiekader.
10. Wel heeft eiseres er terecht op gewezen dat zij door de hoormedewerker vaak is onderbroken tijdens het nader gehoor. Eiseres heeft weliswaar eerst lange tijd vrij kunnen verklaren (p. 8 t/m 14), maar is vervolgens meerdere keren onderbroken toen zij aan het verklaren was over haar bekering en de aanleiding daartoe (p. 15 en 16). Uit het verslag van het nader gehoor blijkt dat eiseres vervolgens korte antwoorden is gaan geven op de vragen die zijn gesteld. In de zienswijze (p. 5) is de volgende verklaring van eiseres opgenomen:
“ik werd twee keer onderbroken en maakte ik mij zorgen. Ik dacht dat als ik met meer details ging vertellen, ik weer zou worden onderbroken. Daarmee kon ik mij niet goed concentreren.”De rechtbank vindt dit niet onaannemelijk, gelet op het verslag van het nader gehoor. In het licht daarvan lag het op de weg van de minister om de aanvullende verklaringen en toelichtingen in de zienswijze gemotiveerd te betrekken in de geloofwaardigheidsbeoordeling. Eiseres heeft er terecht op gewezen dat dit voor het grootste deel geen nieuwe verklaringen betreffen, maar nadere toelichtingen zijn op wat zij al heeft verklaard. De minister heeft deze aanvullingen meermalen ten onrechte niet betrokken, zoals hierna zal blijken.
De geloofwaardigheid van de bekering en de daaruit voortgevloeide problemen
11. Eiseres stelt dat de minister haar bekering en de daaruit voortgevloeide problemen ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser voert daartoe aan dat zij wel voldoende heeft verklaard over het proces van en de motieven voor haar bekering. De minister heeft daarbij de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 20 april 20241 ten onrechte niet relevant geacht. Eiseres wijst er ook op dat de minister haar verklaringen op verschillende punten niet ongeloofwaardig heeft geacht. Zo heeft de minister volgens eiseres niet betwist dat zij kennis heeft van het geloof en dat zij activiteiten heeft verricht in Nederland. De minister heeft ten onrechte niet toegelicht waarom dit de ontoereikende verklaringen op andere punten niet kunnen compenseren, en waarom daaruit niet al volgt dat zij een gegronde vrees heeft voor vervolging. Eiseres verwijst daartoe naar de Afdelingsuitspraak van 12 mei 20212 en de werkinstructie (WI) 2022/3. Eiser wijst er ook op dat leden van de Kerk van de Almachtige God behoren tot een risicoprofiel volgens het beleid van de minister. Verder stelt eiseres dat zij een verschoonbare verklaring heeft gegeven voor het niet spoedig indienen van haar asielaanvraag.
12. De rechtbank is van oordeel dat de minister de bekering van eiseres tot de Kerk van de Almachtige God en de problemen die daaruit zijn voortgevloeid ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Wel mocht de minister aan eiseres tegenwerpen dat ze haar asielaanvraag niet spoedig heeft ingediend. De rechtbank zal dat hieronder toelichten.
1. NL21.13566 (niet gepubliceerd).
13. De rechtbank is van oordeel dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres over haar bekering onvoldoende zijn. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres vaag, summier en wisselend heeft verklaard over haar bekering. Daarbij heeft de minister opgemerkt dat eiseres algemeen heeft verklaard over wat zij voelde in de periode van februari 2013 tot juli 2013 toen zij begon met het bestuderen van het werk van God. De rechtbank volgt de minister daarin niet. Eiseres heeft op p. 19 van het nader gehoor verklaard over wat zij voelde in februari 2013:
“Ik had het gevoel dat geen mens de pijn in mijn hart zo goed kon aanvoelen als God. God heeft zelf ook gezegd dat God de hele tijd op mensen die in pijn leven wacht en dat God wacht op de komst van die mensen. Op mijn werk, toen ik gepest werd, werd ik uitgelachen. Men vond mij stom. Maar bij de Almachtige God werd ik niet uitgelachen. Ik werd niet voor idioot uitgescholden. God vertoonde mededogen en verdraagzaamheid. Ik voelde toen dus de liefde van God en begon met mijn onderzoek naar dit geloof.”Op p. 20 van het nader gehoor heeft eiseres ook verklaard dat God haar met de woorden de zondige natuur van de mens heeft blootgelegd. Daarbij heeft eiseres een voorbeeld gegeven van hoe zij werd vergeleken met haar broer en zus. De rechtbank leidt hieruit af dat eiseres heeft verklaard over haar gevoelens: niet slechts algemeen over het voelen van de liefde van God, maar ook over hoe zij gepest werd en dat God haar pijn aanvoelde. De minister heeft daarom ten onrechte aan eiseres tegengeworpen dat zij in de zienswijze duidelijk had moeten maken waarom zij haar verklaringen niet vaag en summier vindt. Ook is de minister ten onrechte niet inhoudelijk ingegaan op de aanvullende verklaringen van eiseres in de zienswijze.
De minister heeft verder aan eiseres tegengeworpen dat zij tegenstrijdig en niet concreet heeft verklaard over het begrijpen van de woorden van God. Eiseres heeft op p. 18 van het nader gehoor enerzijds verklaard dat zij de woorden van God niet helemaal begreep, en anderzijds dat zij ze heel duidelijk en begrijpelijk vond. Naar het oordeel van de rechtbank hoeven deze verklaringen niet tegenstrijdig te zijn. Eiseres heeft in de zienswijze toegelicht dat delen van de woorden van God wel duidelijk waren, met name over het eerste en tweede tijdperk. De rechtbank stelt vast dat eiseres op p. 18 van het nader gehoor, toen haar om een nadere toelichting werd gevraagd, ook als voorbeeld heeft genoemd: het werk van Jehova in het eerste tijdperk, waar de liefde van Jehova werd beschreven. De minister heeft in het bestreden besluit ten onrechte niet gemotiveerd waarom hij de toelichting van eiseres in de zienswijze niet volgt.
De minister heeft verder opgemerkt dat eiseres vaag en summier heeft verklaard over wat God in haar leven toevoegt. De rechtbank volgt de minister daarin niet. Eiseres heeft op p. 21 van het nader gehoor verklaard over wat God in haar leven toevoegt: dat dit de liefde tussen mensen is, en dat zij een hele duidelijke richting kreeg in de woorden van God voor hoe zij problemen zou moeten oplossen. Eiseres heeft daarbij toegelicht dat haar collega’s haar bedrogen, maar dat zij door haar medegelovigen werd getroost en gestimuleerd, dat die haar vertelden hoe zij met andere mensen moest omgaan en dat zij in de woorden van God las dat men altijd de pluspunten van andere mensen moet zien en de minpunten van zichzelf. Niet valt in te zien dat dit vaag en summier is. Eiseres heeft in de zienswijze ook naar deze verklaring verwezen. De minister heeft daarom ten onrechte in het bestreden besluit gesteld dat eiseres niet heeft toegelicht waarom zij haar verklaringen over het lezen van de woorden God met haar broeders en zusters niet vaag en summier vindt De minister heeft verder aan eiseres tegengeworpen dat zij weinig persoonlijk en algemeen heeft verklaard over hoe het voor haar was om christen te zijn in een land waar haar geloof verboden is. Eiseres heeft daarover op p. 30 van het nader gehoor verklaard dat zij zich onrecht voelt aangedaan in een land waar haar geloof verboden is en dat zij de autoriteiten haat die dat doen. De rechtbank kan de minister volgen in zijn standpunt dat eiseres op dit punt weinig persoonlijk en algemeen heeft verklaard. De rechtbank kan de minister ook volgen in de tegenwerping dat het ongerijmd is dat eiseres nooit met haar ouders, broer of zus heeft gesproken over hun motieven van bekering tot de Kerk van de Almachtige God. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter, gelet op de overige verklaringen van eiseres, onvoldoende om te concluderen dat zij vaag, summier en wisselend heeft verklaard over haar bekering.
Het uitoefenen van het geloof
14. De rechtbank is van oordeel dat de minister ook onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres over het uitoefenen van haar geloof onvoldoende zijn. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres wisselend en vaag heeft verklaard over het uitoefenen van haar geloof. In dat verband heeft de minister in het voornemen aan eiseres tegengeworpen dat van haar verwacht mag worden dat zij duidelijker kan verklaren over welke maatregelen zij nam als zij ging zingen op een bijeenkomst binnen de bebouwde kom en hoe zij wist dat deze maatregelen voldoende zouden zijn. Dit temeer omdat uit het Algemeen ambtsbericht China van december 2022 blijkt dat zingen op religieuze bijeenkomsten van de Kerk van de Almachtige God binnen de bebouwde kom niet voorkomt vanwege veiligheidsrisico’s. In het bestreden besluit heeft de minister opgemerkt dat het ambtsbericht niet meer aan eiseres wordt tegengeworpen, maar dat de overige overwegingen op het punt van de activiteiten blijven staan en dat wat eiseres heeft aangevoerd met betrekking tot de maatregelen die zij nam bij de bijeenkomsten geen nieuwe informatie betreft. De minister heeft hiermee naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres op p. 39 van het nader gehoor over de (maatregelen bij de) bijeenkomsten onvoldoende worden geacht. De minister had daarbij immers van belang geacht dat deze verklaringen niet zouden overeenstemmen met het ambtsbericht.
De minister heeft verder opgemerkt dat de verklaringen van eiseres over de verkiezing tot groepsleider en diaken summier en niet persoonlijk zijn. Volgens de minister heeft eiseres niet inzichtelijk gemaakt hoe de verkiezing in haar geval verliep. De rechtbank stelt vast dat eiseres over de verkiezing tot groepsleider op p. 26 van het nader gehoor heeft verklaard dat zij via Skype is benaderd door de begeleider van de kerk omdat zij de woorden van God goed kon interpreteren. Op de vragen over hoe getoetst wordt hoe goed zij de woorden van God begrijpt, heeft eiseres onder meer geantwoord dat zij geëvangeliseerd werd door zuster [naam 1] die informatie over hen doorgaf aan de kerk en dat er voordat zij lid werd van de kerk door de begeleider en zuster [naam 1] vragen zijn gesteld om te kijken hoe zij de woorden van God interpreteerde. Over de verkiezing tot diaken heeft eiseres op p. 30 van het nader gehoor verklaard dat zij door de eerste ronde was gekomen en vervolgens door de begeleiders als één van de diakenen is verkozen. Eiseres heeft in de zienswijze nader toegelicht hoe de verkiezing verliep. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom deze verklaringen (samen met de toevoeging in de zienswijze) niet toereikend zijn.
De minister heeft verder aan eiseres tegengeworpen dat van haar mag worden verwacht dat zij concreter en uitgebreider kan verklaren waarom evangeliseren voor haar zo belangrijk is. Dit temeer omdat zij zou hebben geëvangeliseerd in China. De rechtbank stelt vast dat eiseres op p. 23 van het nader gehoor, op de vraag waarom evangeliseren voor haar belangrijk is, heeft verklaard:
“Omdat ik zelf het leed heb geleden. Ik heb dingen meegemaakt en ik wilde ook andere mensen helpen om uit hun slechte ervaringen te komen. Ik wilde mensen ook helpen redden van hun zondige natuur. Ik wilde ze de liefde van God laten voelen. Uiteindelijk zullen we allemaal gered worden en in het hemelse rijk terecht komen.”De minister heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom deze verklaring onvoldoende is. Daarbij is ook van belang dat in het nader gehoor vervolgens vragen zijn gesteld over het evangeliseren in Nederland en dat de minister heeft erkend dat eiseres uitgebreid heeft geantwoord op de vraag welk gesprek tijdens het evangeliseren in Nederland haar het meest is bijgebleven.
De minister heeft ook aan eiseres tegengeworpen dat zij op p. 27 van het nader gehoor enerzijds heeft verklaard dat ze in Nederland niet naar fysieke bijeenkomsten gaat omdat zij niet bij broeders en zusters in de buurt woont, en anderzijds dat ze niet weet waar de bijeenkomsten plaatsvinden. Volgens de minister valt ook niet in te zien waarom eiseres geen moeite heeft gedaan om te achterhalen waar fysieke bijeenkomsten plaatsvinden.
Eiseres heeft in de zienswijze toegelicht dat zij weet dat er geen fysieke bijeenkomst in de buurt is omdat zij de begeleider van de kerk haar adres heeft opgegeven, en de begeleider tegen haar heeft gezegd dat er geen broeders en zusters in de buurt verblijven. De rechtbank is van oordeel dat de minister deze aanvullende toelichting ten onrechte terzijde heeft geschoven met de tegenwerping dat eiseres dit in het nader gehoor naar voren had moeten brengen.
15. Over de screenshots van de Skype-bijeenkomsten en de (in beroep overgelegde) verklaring van een zuster uit de Kerk van de Almachtige God overweegt de rechtbank als volgt. De minister heeft over de screenshots van de Skype-bijeenkomsten in het bestreden besluit opgemerkt dat de deelname van eiseres aan die bijeenkomsten in het voornemen niet ongeloofwaardig is geacht en dat deze stukken daarom niet tot een andere conclusie leiden. Over de verklaring van de zuster heeft de minister op de zitting het standpunt ingenomen dat hieraan beperkte waarde wordt toegekend, onder meer omdat het geen verifieerbaar bewijs betreft. De rechtbank stelt vast dat de zuster in haar verklaring onder meer schrijft dat eiseres groepsleider is bij hun bijeenkomsten. De rechtbank is van oordeel dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de overgelegde stukken niet aannemelijk maken dat eiseres als groepsleider in Skype-bijeenkomsten optreedt, en waarom dit niet leidt tot een andere conclusie over de geloofwaardigheid van haar bekering.
16. Wat betreft de screenshots van de Facebookberichten volgt de rechtbank de minister in zijn standpunt dat het opmerkelijk is dat eiseres deze zo laat in de procedure heeft gebracht en hierover in het nader gehoor niets over heeft verklaard. Eiseres heeft niet onderbouwd of anderszins aannemelijk gemaakt dat zij door deze Facebookberichten in de negatieve belangstelling staat van de Chinese autoriteiten. De minister mocht deze stukken daarom onvoldoende achten.
17. De rechtbank is van oordeel dat de minister ook onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres over haar problemen in China onvoldoende zijn. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres vaag en wisselend heeft verklaard over haar problemen in China. Volgens de minister is het ongerijmd dat eiseres in augustus 2016 niet het risico inschatte dat het bezoek bij een nieuw lid van de kerk met zich mee zou brengen, nadat ze was aangesproken door een vrouw op straat. Dit omdat eiseres al eerder problemen had gehad vanwege betrapping bij een bijeenkomst. Eiseres heeft hierover verklaard op p. 32 van het nader gehoor:
“Ik heb niet zoveel nagedacht. Het was de eerste keer voor mij om naar zuster [naam 2] toe te gaan. Ik wilde gewoon bij haar zijn.”En: “
Omdat ik hier gewoon toen niet aan dacht. Ik dacht wel dat als wij snel weg gingen, die vrouw geen vragen meer kon stellen. Want anders zou het moeilijk voor ons worden om die vragen te beantwoorden. Daar dacht ik alleen maar even aan.”De rechtbank kan de minister volgen in zijn overweging dat het opmerkelijk is dat eiseres toch naar de bijeenkomst is gegaan. De minister heeft verder opgemerkt dat niet valt in te zien waarom eiseres ervan uit gaat dat de politie in China haar identiteit niet kent, terwijl zij haar meerdere malen thuis hebben opgezocht na haar arrestatie. De rechtbank stelt vast dat eiseres in het nader gehoor op p. 37 en 38 wel heeft toegelicht waarom zij in die veronderstelling verkeert. De rechtbank kan de minister volgen dat het onwaarschijnlijk is dat de politie de identiteit van eiseres niet kent. Dat eiseres wat betreft de bijeenkomst en de politie een opmerkelijke risico-inschatting heeft gemaakt, is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om haar problemen in China ongeloofwaardig te achten. De rechtbank acht daarbij van belang dat in het bestreden besluit staat dat eiseres uitgebreid heeft verklaard over haar arrestatie en mishandeling door de politie. De minister heeft niet aan eiseres tegengeworpen dat deze gebeurtenissen ongeloofwaardig zijn. Ook heeft de minister niet uitgelegd waarom de verklaringen van eiseres over haar problemen in China wisselend worden geacht.
Asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk ingediend
18. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich op het standpunt heeft mogen stellen dat eiseres haar asielaanvraag niet spoedig heeft ingediend (pas 2 jaar en 3 maanden na aankomst) en daar geen goede verklaring voor heeft. De minister heeft daarbij terecht aan eiseres tegengeworpen dat uit de overgelegde stukken (een recept voor medicijnen, een handgeschreven briefje waarop staat dat eiseres medicijnen moet ophalen en bloed moet prikken, en een uitslag van het bloedonderzoek) niet blijkt wat eiseres precies mankeerde, en dat deze stukken niet onderbouwen dat zij medisch niet in staat was zich te melden voor asiel. De minister heeft daarbij terecht van belang geacht dat eiseres in die periode wel kon helpen als huishoudelijke hulp. De minister mocht verder aan eiseres tegenwerpen dat haar gestelde vrees voor de pandemie ook geen verschoonbare reden is. De minister mocht daarbij van belang achten dat eiseres wel naar de supermarkt ging en had kunnen weten dat zij zich ook bij een politiebureau kon melden. Dat eiseres haar asielaanvraag niet spoedig heeft ingediend, kan echter niet zonder meer leiden tot afwijzing van haar asielaanvraag.