ECLI:NL:RBDHA:2025:5898

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
NL24.45148
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een vrouw van Chinese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 14 november 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 februari 2025, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. H. Drenth, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. N. Hamzaoui. Tijdens de zitting was ook een tolk, X. Chu, aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in de beroepszaak met zaaknummer NL24.45147, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt, welke zijn vastgesteld op € 907,-. Deze kosten zijn ontstaan door het indienen van een verzoekschrift door de gemachtigde van verzoekster. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 februari 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.45148
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , V-nummer: [V-nummer] , verzoekster

(gemachtigde: mr. H. Drenth),

en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 14 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.45147, op 12 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Als tolk is verschenen X. Chu. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt van Chinese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1989.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.45147, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de beroepszaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 907,-, omdat de gemachtigde van verzoekster een verzoekschrift heeft ingediend.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister tot betaling van €907,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P. Lenstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 februari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.