Uitspraak
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, het college
[vergunninghoudster] B.V.uit Den Haag, vergunninghoudster
Rechtbank Den Haag
Op 2 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het veranderen van de gevel van een pand. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college om een omgevingsvergunning te verlenen aan vergunninghoudster voor het plaatsen van een kozijn aan de achterzijde van de kelder en een koekoek in de achtertuin. Het college had eerder op 4 juli 2024 de vergunning verleend, en na bezwaar van eisers was dit besluit in stand gebleven. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld en direct uitspraak gedaan. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de risicomatrix, die aanvankelijk ontbrak, inmiddels was ontvangen door eisers, waardoor het gebrek was hersteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen argumenten waren om de risicomatrix onjuist of onvolledig te achten. De vrees voor schade aan de tuinmuur van eisers werd niet als voldoende gegrond beschouwd om de vergunning te weigeren. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor het bestreden besluit standhield. Eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.