ECLI:NL:RBDHA:2025:5831

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
C/09/681666/KG RK 25-343
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek ingetrokken in kort geding procedure

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 maart 2025 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoeker, wonende te [woonplaats]. Het verzoek was gericht tegen mr. H.J. Vetter, de rechter in een kort geding procedure met nummer C/09/680411/KG ZA 25-143. Verzoeker heeft in zijn wrakingsverzoek verschillende gronden aangevoerd, waaronder het verbod om een audio-opname te maken, de betrokkenheid van de rechter bij een advocatenkantoor dat aan de zaak gelieerd is, en het schenden van de privacy van verzoeker via sociale media. Tijdens de zitting heeft verzoeker bevestigd dat hij het wrakingsverzoek wenst in te trekken, wat de wrakingskamer heeft geaccepteerd. De wrakingskamer heeft benadrukt dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om afspraken te maken over de gang van zaken in de hoofdzaak. De beslissing om het wrakingsverzoek als ingetrokken te beschouwen, is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2025/13
zaak- /rekestnummer: C/09/681666 / KG RK 25-343
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank, gegeven op 31 maart 2025
op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. H.J. Vetter,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.
Belanghebbenden in deze procedure zijn:
1. [bedrijf 1] B.V.,
2. [belanghebbende] ,
hierna samen te noemen: [belanghebbenden] c.s.,
3. [bedrijf 2] B.V.,
4. [naam] ,
hierna samen te noemen: de notaris,
advocaat: mr. J.W. Volkers te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van 6 maart 2025 waarin het mondelinge wrakingsverzoek is vermeld;
- de brief, met bijlagen van verzoeker van 12 maart 2025 waarin de gronden voor wraking zijn vermeld;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 17 maart 2025.
1.2.
Op 31 maart 2025 is het verzoek tot wraking ter zitting behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- verzoeker,
- de rechter.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in het kort geding met nummer C/09/680411 / KG ZA 25-143 tussen [bedrijf 2] B.V. en [naam] als eiseressen en verzoeker, [bedrijf 1] B.V. en [belanghebbende] als gedaagden.
2.2.
Verzoeker heeft blijkens zijn brief van 12 maart 2025 het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd:
de rechter heeft verzoeker verboden om een audio-opname te maken;
de rechter geeft cursussen met een advocaat die werkzaam is voor een advocatenkantoor die aan de zaak gelieerd is;
de rechter heeft een nevenfunctie als arbiter/bindend adviseur;
uitspraken van de rechter worden “IN NAAM VAN DE KONING” ondertekend;
de rechter maakt zich schuldig aan het bekendmaken/openbaren van notariële geheimen en het schenden van de privacy van verzoeker via sociale media;
de rechter heeft civiel recht en strafrecht door elkaar gebruikt, terwijl hij geen strafrechter is.
2.3.
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd. Die reactie wordt hierna voor zover nodig besproken. Voorts heeft de rechter de wrakingskamer verzocht om verzoeker een wrakingsverbod in deze zaak op te leggen.

3.De beoordeling

3.1.
Verzoeker heeft in zijn brief van 12 maart 2025 aangegeven dat hij wil dat de rechter de zaak voortzet. Dat heeft hij ter zitting van de wrakingskamer desgevraagd bevestigd. De wrakingskamer verstaat daarom dat het wrakingsverzoek wordt ingetrokken. De wrakingskamer zal het verzoek dan ook niet inhoudelijk behandelen.
3.2.
Verzoeker heeft nog toegelicht dat hij de rechter heeft gewraakt om duidelijk te maken dat hij afspraken wil maken over de gang van zaken tijdens de voortzetting van het kort geding. De wrakingskamer benadrukt dat de wrakingsprocedure hiervoor niet is bedoeld.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
verstaat het wrakingsverzoek als ingetrokken;
4.2.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
 de verzoeker;
 de partijen in de hoofdzaak ( [belanghebbenden] c.s. en de notaris p/a hun advocaat mr. J.W. Volkers);
 de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. Westerhuis-Evers, A.M.A. Keulen en D.M. Drok, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.J. Littel en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.