ECLI:NL:RBDHA:2025:5827
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht
Op 8 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de verzoeker, een vreemdeling met een V-nummer, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was door de Minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 7 april 2025, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in de aan de zaak gerelateerde procedure (zaaknummer NL25.6988), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.
Hierdoor heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.