ECLI:NL:RBDHA:2025:5817
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot betrokkene
Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 18 februari 2025 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1972. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling, maar dat er wel sprake was van ernstig nadeel. De advocaat van betrokkene heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, onder andere door te stellen dat de onafhankelijke psychiater onvoldoende inspanning heeft getoond en dat de medische verklaring te mager is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de psychiater voldoende onderzoek heeft verricht en dat de medische verklaring toereikend is. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie van het paranoïde type, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twee jaar, tot en met 11 maart 2027, en heeft de verzoeken van de advocaat afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M. Dam, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.