ECLI:NL:RBDHA:2025:5733
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van de tegemoetkoming op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de vaststelling van de hoogte van een tegemoetkoming op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Eiser, een kind van een gedupeerde ouder, heeft een financiële tegemoetkoming van € 10.000,- ontvangen, maar stelt dat deze niet voldoende is om de schade die hij heeft geleden door de kinderopvangtoeslagaffaire te compenseren. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 19 februari 2025, waarbij eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. De rechtbank oordeelt dat de wetgever de tegemoetkoming onder de kindregeling heeft bedoeld als steun in de rug en niet als schadevergoeding. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangetoond die een afwijking van de wet rechtvaardigen. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat eiser zijn schade niet heeft onderbouwd en de redelijke termijn voor de procedure nog niet is overschreden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft.