ECLI:NL:RBDHA:2025:5715

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
11367668 RL EXPL 24-19847
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitleg van overeengekomen huurprijs voor composiet rijplaten

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Ferex B.V. en Dunea N.V. over de uitleg van de huurprijs voor composiet rijplaten. Ferex, de eisende partij, vordert betaling van een bedrag van € 313.534,31 van Dunea, die de gedaagde partij is. Dunea heeft echter betwist dat zij nog een bedrag verschuldigd is, en heeft in reconventie een bedrag van € 112.510,28 teruggevorderd, dat zij als onverschuldigd betaald beschouwt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst is gesloten voor de huur van de rijplaten van 1 september 2023 tot 29 februari 2024, maar dat de uitleg van de huurprijs ter discussie staat. De rechter oordeelt dat de offerte van 14 juni 2023, die door Dunea is aanvaard, moet worden gezien als de basis voor de overeenkomst. De kantonrechter concludeert dat de huurprijs zoals in de offerte vermeld, een totaalprijs betreft voor de volledige huurperiode en niet een prijs per week. De vordering van Ferex wordt afgewezen, omdat Dunea de overeengekomen huurprijs voor de volledige periode al heeft betaald. De reconventionele vordering van Dunea wordt ook afgewezen op grond van rechtsverwerking, omdat Dunea geen voorbehoud heeft gemaakt bij de betaling van een deel van de facturen. De proceskosten worden toegewezen aan Ferex in de conventie, terwijl Dunea in de reconventie de kosten op nihil krijgt vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
EiV/c
Zaak-/rolnr.: 11367668 RL EXPL 24-19847
2 april 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Ferex B.V.,gevestigd te Enter,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna: Ferex,
gemachtigde: mr. A.M. Klunne,
tegen
de naamloze vennootschap
Dunea N.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna: Dunea,
gemachtigden: mrs. M.S. Houweling en T.D. van der Sanden.

1.Procedure

1.1.
Bij vonnis van 23 oktober 2024 heeft de rechtbank Den Haag, Team Handel, de procedure in de stand waarin deze zich bevond verwezen naar de kantonrechter van deze rechtbank.
1.2.
De kantonrechter heeft vervolgens kennisgenomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 12 augustus 2024 met producties 1 t/m 22;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 t/m 6;
  • de akte met de titel ‘conclusie van antwoord in reconventie’ van Ferex van 24 januari 2025 met aanvullende producties 23 en 24;
  • de aanvullende productie 7 van Dunea van 7 februari 2025;
  • de op de zitting voorgedragen pleitaantekeningen van Ferex;
  • de op de zitting voorgedragen pleitaantekeningen van Dunea.
1.3.
Op 10 februari 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens Ferex zijn [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] verschenen, bijgestaan door mr. A.M. Klunne. Namens Dunea zijn [naam 4] en [naam 5] verschenen, bijgestaan door mrs. M.S. Houweling en T.D. van der Sanden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat door partijen op de zitting naar voren is gebracht.
1.4.
Ten slotte is de uitspraak van dit vonnis (nader) bepaald op vandaag.

2.Feiten

2.1.
Ferex handelt in composiet rijplaten die (onder andere) gebruikt kunnen worden als tijdelijke weg voor werkverkeer bij bouwprojecten.
2.2.
Dunea heeft op 11 mei 2023 bij Ferex een offerte aangevraagd voor de huur van composiet rijplaten die in de periode van 1 september 2023 tot en met 1 maart 2024 gebruikt zouden kunnen worden bij een project van Dunea te Berkheide. Op 25 mei 2023 heeft Ferex de eerste offerte aan Dunea verstrekt. Met deze offerte heeft Ferex ook een kopie van haar algemene voorwaarden meegestuurd.
2.3.
Naar aanleiding van de eerste offerte hebben partijen op 13 juni 2023 samen de projectlocatie bezocht. Na afloop van dit bezoek heeft Dunea een nieuwe offerte bij Ferex opgevraagd. In de e-mail bij deze aanvraag schrijft Dunea:

Zoals besproken ontvangen we graag offerte voor een platenbaan in Berkheide voor de periode 1 september 2023 tot 29 februari 2024, leggen in de eerste week van september en verwijderen in de laatste week van februari. Zie de bijlage voor de scope. Ik heb deze opgesplitst in 3 delen, welke we graag ook zo in de offerte terug zien:
  • Zekere scope;
  • Optionele scope (beetje afhankelijk van kosten verschil met stalen rijplaten)
  • Extra optionele scope (Wij leveren alleen rijplaten aan aannemer, in overleg met aannemer zou hier ook composiet gewenst kunnen zijn, later te leggen)
[…].
Dan zijn er nog een paar administratieve puntjes, die ik moet noemen:
  • De Dunea inkoopvoorwaarden zijn van toepassing;
  • […]
  • Zoals al eerder benoemd zijn wij gebonden aan harde start en einddata van het werkseizoen. Start van het platen leggen is dan ook 1 september 7:00u
2.4.
De volgende dag op 14 juni 2023 stuurt Ferex aan Dunea een nieuwe offerte voor de rijplaten. De offerte vermeldt – voor zover relevant – het volgende:
Geleverd
Prijs
Totaal
Transport Ferex Solid Base laden, leveren en op locatie lossen
15.615,00
15.615,00
Ferex Solid Base montage incl. materieel
12.948,00
12.948,00
Huur Ferex Solid Base Heavy Duty á 1224 stuks per week
17.136,00
17.136,00
Huur Ferex Solid Base Heavy Duty á 25 stuks per week
350,00
350,00
Ferex Solid Base demontageploeg incl. materieel
12.948,00
12.948,00
Ferex Solid Base laden op locatie, afvoeren en lossen
15.615,00
15.615,00
[…]
[…]
[…]
Totaal
74.612,00
BTW 21,00%
15.668,52
Totaal inclusief BTW
90.280,52
2.5.
Op 21 juni 2023 schrijft Dunea aan Ferex dat zij akkoord gaat met de laatste offerte en dat zij de administratie voor de opdrachtverlening in gang zal zetten.
2.6.
Op 22 juni 2023 stuurt Ferex aan Dunea een document met de titel ‘opdrachtbevestiging’, met de vraag aan Dunea om haar gegevens daarop in te vullen en deze dan retour te sturen aan Ferex. De opdrachtbevestiging vermeldt – voor zover relevant – het volgende:

De opdracht wordt aangegaan voor de duur van minimaal 27 weken en is gebaseerd op de volgende huurprijzen per week:
[…]
Huur Ferex Solid Base Heavy Duty á 1224 stuks x € 14
€ 17.136,00 per week
Huur Gerex Solid Base Heavy Duty bochtstuk á 25 stuks x 14
€ 350,00 per week
[…]
Betaling
Facturatie geschiedt aan de hand van een door Ferex opgestelde termijnstaat of afrekenstaat. Deze termijnstaat wordt aan Opdrachtgever ter goedkeuring en ondertekening toegezonden. Indien Ferex binnen 5 dagen na verzending geen reactie heeft ontvangen gaat Opdrachtgever akkoord met de inhoud er van en gaat Ferex over tot facturering.
[…]
Betaling dient te geschieden uiterlijk 30 dagen na factuurdatum. Bij overschrijding van deze termijn behoudt Ferex zich het recht voor interest in rekening te brengen op basis van het geldende wettelijke rente tarief.
Duur van de overeenkomst:
Deze overeenkomst word aangegaan voor de duur van 27 weken.[…]
Algemene Voorwaarden:
Op deze opdracht zijn de Algemene voorwaarden van Ferex van toepassing. Ferex verzoekt Opdrachtgever deze opdracht binnen 8 dagen na dagtekening getekend te retourneren. Indien Ferex binnen de gestelde termijn geen getekende opdracht retour heeft ontvangen, wordt Opdrachtgever geacht met de overeenkomst akkoord te zijn.
2.7.
Op 12 juli 2023 stuurt Dunea aan Ferex een leveranciersformulier met de vraag of Ferex daarop enkele administratieve gegevens in wil vullen. Dezelfde dag heeft Ferex dit formulier ingevuld retour gestuurd aan Dunea.
2.8.
Op 17 juli 2023 stuurt Dunea aan Ferex dat de opdracht is aangemaakt en dat deze nu bij Dunea in het ‘handtekeningsproces’ zit. Verder vraagt Dunea aan Ferex of zij elkaar binnenkort kunnen spreken om het leggen van de rijplaten op 1 september 2023 af te stemmen.
2.9.
Op 24 augustus 2023 stuurt Dunea aan Ferex een inkooporder voor de rijplaten. De inkooporder vermeldt voor de post “
Huur, leggen en verwijderen composiet rijplaten cf offerte[…]
dd 14-06-2023” een totaalprijs van € 74.612,00 exclusief BTW. Daarnaast vermeldt de inkooporder dat de Algemene Inkoopvoorwaarden voor Leveringen en Diensten aan Dunea N.V. van toepassing zijn. Bij de begeleidende e-mail bij de inkooporder schrijft Dunea: “
Bijgevoegd alvast de inkooporder voor de composiet rijplaten. Ik kom morgen even terug op het conceptcontractje, dat je gestuurd had.
2.10.
Op 5 september 2023 heeft Dunea aan Ferex bericht dat een deel van haar project zou worden opgeschort en dat daarom ongeveer 300 meter minder rijplaten nodig zijn. Ferex heeft daarop laten weten dat zij akkoord is met een aanpassing van de overeenkomst op dat punt.
2.11.
Ferex heeft op 22 september 2023 aan Dunea een vijftal facturen gestuurd voor de kosten tot dat moment. De facturen komen samen uit op een totaalbedrag van € 89.441,38.
2.12.
Op 25 september 2023 stuurt Dunea aan Ferex in reactie op de facturen het volgende bericht:

In juni hebben wij een offerte ontvangen voor het leggen en de huur van composiet rijplaten in Berkheide. Wij hebben vooraf op locatie gekeken en de vraag besproken. Vervolgens heb ik per mail (zie onder) gevraagd om een offerte voor degehelewinterperiode. Op 14 juni heb ik hiervoor een offerte ontvangen, met onder de offerteposten een optelling voor het bedrag van € 74.612,00 excl. BTW. Hiervoor hebben wij opdracht gegevens middels inkooporder[…].
Afgelopen vrijdag hebben wij de eerste facturen ontvangen voor de huur van de composiet rijplaten. Hierdoor zijn wij tot de conclusie gekomen, dat er iets niet in lijn is met de offerte en opdracht. Hernieuwde bestudering van de offerte leert, dat feitelijk offerte is gemaakt voor de huur van één (1) week composiet platen. Bij huur over de gehele periode zal het eindbedrag niet rond de € 75.000,00 liggen, maar in de orde van € 450.000,00!
De offerte is vóór opdracht door tenminste 3 personen beoordeeld, waarbij iedereen het te verwachten eindbedrag in de orde van € 75.000,00 heeft begrepen.
U zult begrijpen, dat wij de offerte, op zijn zachtst gezegd niet transparant vinden en ook niet in lijn met het gevraagde. Er was aangegeven, dat composiet rijplaten duurder zijn, dan stalen rijplaten, maar een factor 5-6 duurder is totaal niet in verhouding tot eventuele meerwaarde.
Daarnaast is ook het leggen moeizaam verlopen met meerdere voorvallen tijdens het leggen van de platen (Vieze platen, niet conform afspraak gelegde platen, ondanks herhaalde verzoeken niet aanwezige hoekstukken en opritstukken).
[…]
Willen wij de composiet rijplaten dit werkseizoen en komende jaren blijven gebruiken in Berkheide, zal de huurprijs behoorlijk verlaagd moeten worden.
2.13.
Op 1 november 2023 hebben partijen met elkaar gesproken over de facturen. Vervolgens heeft Ferex op 3 november 2023 aan Dunea een alternatieve (raam)overeenkomst aangeboden waarin een lagere huurprijs per week zou worden opgenomen, maar een (aanzienlijk) langere looptijd van vijf jaren. Dunea heeft diezelfde dag laten weten het alternatieve voorstel niet te accepteren en aan Ferex gevraagd de reeds afgeleverde composiet platen weer op te komen halen.
2.14.
Op 9 november 2023 heeft Dunea nogmaals aan Ferex gevraagd of zij de composiet platen kon komen ophalen. Ferex heeft daarop de volgende dag gereageerd dat zij Dunea wilde vragen het alternatieve voorstel te heroverwegen en dat, mocht Dunea vasthouden aan opzegging van de overeenkomst, zij de composiet platen zou komen ophalen, maar dat conform artikel 3.3. van de algemene voorwaarden aanspraak zou worden gemaakt op betaling voor de gehele resterende huurperiode. Dunea heeft daarop dezelfde dag gereageerd dat zij de huur van de composiet platen opzegt en dat zij bereid is om in gesprek te gaan over een redelijk voorstel voor de verrekening van reeds gemaakte kosten.
2.15.
Partijen hebben nadien meermaals met elkaar gecorrespondeerd om tot een minnelijke regeling te komen. Uiteindelijk heeft Dunea bij brief van haar gemachtigde van 16 mei 2024 aan Ferex laten weten dat zij over zou gaan tot betaling van € 155.108,- (exclusief BTW) voor de facturen van de huur over de weken 37 tot en met 46 en de schoonmaakkosten, omdat Dunea zich met die facturen kan verenigen. Dunea heeft vervolgens dit bedrag aan Ferex betaald. De overige facturen heeft Dunea onbetaald gelaten.

3.Vordering, grondslag en verweer

In conventie:
3.1.
Ferex vordert – verkort weergegeven – dat Dunea bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van in totaal € 313.534,31 (€ 3.655,89 + € 18.279,47 + € 270.697,33 + € 16.326,62 + € 4.575,00). Het een en ander te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente en met veroordeling van Dunea in de proces- en nakosten, inclusief de wettelijke rente over die kosten.
3.2.
Ferex legt – kort samengevat – aan haar vordering ten grondslag dat zij met Dunea een huurovereenkomst heeft gesloten voor de huur van composiet rijplaten door Dunea in de periode van 1 september 2023 tot 29 februari 2024. Partijen zijn overeengekomen dat Dunea voor de gehele periode een totaalbedrag van € 447.082,69 (exclusief BTW) zou betalen, waarbij voor de rijplaten een huurprijs gerekend zou worden van (in totaal) € 17.486,- per week. Dunea heeft tot op heden slechts € 202.790,75 (exclusief BTW) aan Ferex betaald. Ferex vordert in deze procedure daarom betaling van het restantbedrag met bijkomende incassokosten en (handels)rente.
3.3.
Dunea concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, dan wel afwijzing van de vordering van Ferex, met veroordeling van Ferex in de proces- en nakosten, inclusief de wettelijke rente over die kosten.
In reconventie:
3.4.
Dunea vordert in reconventie dat Ferex bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van € 112.510,28 (exclusief BTW), te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Ferex in de proces- en nakosten, inclusief de wettelijke rente over die kosten.
3.5.
Dunea legt – kort samengevat – aan haar reconventionele vordering ten grondslag dat partijen hebben afgesproken dat Dunea voor de huur van de rijplaten voor de gehele huurperiode een totaalprijs van € 90.280,52 zou betalen, zoals aangegeven op de offerte van 14 juni 2023. Dunea heeft uiteindelijk echter een bedrag van € 202.790,80 (exclusief BTW) aan Ferex betaald. Dunea heeft daarom een bedrag van € 112.510,28 (exclusief BTW) als onverschuldigd betaald van Ferex terug te vorderen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
Ferex concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, dan wel afwijzing van de vordering van Dunea, met veroordeling van Dunea in de proces- en nakosten, inclusief de wettelijke rente over die kosten.

4.Beoordeling

De overeenkomst tussen partijen volgt uit de offerte van 14 juni 2023
4.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat zij een huurovereenkomst hebben gesloten voor de huur van composiet rijplaten in de periode van 1 september 2023 tot 29 februari 2024. Volgens Ferex is deze huurovereenkomst vastgelegd in de opdrachtbevestiging van 22 juni 2023, zodat de bepalingen opgenomen in dat document leidend zijn voor het vaststellen van de inhoud van de afspraken tussen partijen. Dunea betwist dit en stelt zich op het standpunt dat de inhoud van de overeenkomst tussen partijen moet worden afgeleid uit de offerte van 14 juni 2023. De kantonrechter overweegt als volgt.
4.2.
Het staat vast dat Dunea de opdrachtbevestiging niet heeft ondertekend, ondanks het verzoek van Ferex daartoe. Ook staat vast dat Dunea nooit uitdrukkelijk aan Ferex heeft verklaard met de inhoud van de opdrachtbevestiging akkoord te zijn, maar dat zij integendeel op 24 augustus 2023 aan Ferex heeft laten weten dat zij op een later moment terug zou komen met een reactie op het – in haar woorden – ‘conceptcontractje’. Nu daarom vaststaat dat Dunea nimmer aan Ferex heeft verklaard de bepalingen opgenomen in de opdrachtbevestiging te aanvaarden, moet het er in beginsel voor gehouden worden dat partijen die bepalingen niet zijn overeengekomen.
4.3.
Ferex voert echter aan dat in de opdrachtbevestiging is opgenomen dat Dunea geacht moet worden met die opdrachtbevestiging akkoord te zijn, indien Dunea niet binnen acht dagen na dagtekening een getekend exemplaar aan Ferex retour zou sturen. Nu Dunea geen getekend exemplaar van de opdrachtbevestiging heeft geretourneerd, maar daar in het geheel niet inhoudelijk op heeft gereageerd, moet Dunea volgens Ferex dus geacht worden met de inhoud daarvan akkoord te zijn. Deze redenering van Ferex houdt geen stand. De door Ferex aangevoerde bepaling over het stilzwijgend kunnen aanvaarden van de opdrachtbevestiging zou slechts tussen partijen gelden indien partijen die bepaling zijn overeengekomen. Het is immers niet mogelijk voor Ferex om een dergelijke contractuele bepaling eenzijdig aan Dunea op te leggen. De betreffende bepaling is echter zelf ook opgenomen in de opdrachtbevestiging, waarvan hiervoor is overwogen dat Dunea die nimmer heeft aanvaard. Niet gesteld of gebleken is dat partijen al voorafgaand aan en buiten de opdrachtbevestiging om zijn overeengekomen dat Dunea binnen acht dagen moest reageren op de opdrachtbevestiging. Ferex kan zich dan ook niet op die bepaling beroepen.
4.4.
De tussenconclusie van de voorgaande overwegingen is dat de kantonrechter met Dunea van oordeel is dat de inhoud van de huurovereenkomst tussen partijen niet vervat is in de opdrachtbevestiging van 22 juni 2023, maar dat (hoofdzakelijk) gekeken moet worden naar de offerte van 14 juni 2023 die op 21 juni 2023 door Dunea is aanvaard.
Partijen zijn een totaalprijs van € 90.280,52 (incl. BTW) overeengekomen
4.5.
Tussen partijen bestaat verder discussie over de vraag welke huurprijs zij voor de composiet rijplaten zijn overeengekomen. Partijen plaatsen deze discussie zelf in het kader van artikel 6:127 BW en het mogelijk ontbreken van de vereiste overeenstemming tussen aanbod en aanvaarding in de zin van dat artikel. De kantonrechter is echter van oordeel dat het geschil tussen partijen over de huurprijs in de plaats daarvan benaderd moet worden als een uitlegvraagstuk. Uit de stellingen van partijen volgt immers dat weldegelijk sprake is van overeenstemming tussen aanbod en aanvaarding. Ferex heeft met haar offerte van 14 juni 2023 aan Dunea een aanbod gedaan en dit aanbod is vervolgens op 21 juni 2023 zonder verdere opmerkingen of voorbehouden door Dunea aanvaard. Beide partijen erkennen ook dat tussen hen op rechtsgeldige wijze een huurovereenkomst tot stand is gekomen. De vraag die partijen verdeeld houdt is hoe die overeenkomst op het punt van de huurprijs moet worden uitgelegd. Volgens vaste jurisprudentie moet de vraag hoe in een overeenkomst de verhouding tussen partijen is geregeld niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de overeenkomst, maar moet ook worden gekeken naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.6.
De kantonrechter is met Dunea van oordeel dat zij onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan de offerte van 14 juni 2023 de betekenis mocht toekennen dat partijen zijn overeengekomen dat Dunea voor de volledige huurperiode (inclusief montage, levering en afvoeren) een totaalbedrag van € 90.280,52 verschuldigd is. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.7.
Al bij de eerste offerte aanvraag van 11 mei 2023 heeft Dunea aan Ferex te kennen gegeven dat zij graag een offerte zou willen ontvangen voor de huur van composiet rijplaten in de periode van 1 september 2023 tot en met 1 maart 2024. Op 13 juni 2023 heeft Dunea vervolgens aan Ferex gevraagd om een tweede offerte op te maken “
voor een platenbaan[…]
voor de periode 1 september 2023 tot 29 februari 2024”. Tussen partijen moet dan ook duidelijk geweest zijn dat Dunea met haar offerte aanvragen wilde achterhalen hoeveel het zou kosten om de rijplaten voor de volledige huurperiode te huren. De kantonrechter is het met Dunea eens dat het, gelet op de formulering van de offerteaanvraag, voor de hand had gelegen dat Ferex een offerte zou opstellen waarop de totaal verschuldigde huurprijs voor de volledige huurperiode zichtbaar zou zijn. Ferex voert aan dat de offerte van 14 juni 2023 bij de posten voor de huur de woorden “
per week” vermeldt, zodat Dunea volgens haar had moeten begrijpen dat de offerte niet de totale prijs voor de volledige huurperiode weergeeft. Dit standpunt van Ferex wordt echter tegengesproken door het feit dat de offerte onderaan de streep juist uitdrukkelijk spreekt over een “
Totaal inclusief BTW” van € 90.280,52. Bovendien is op de offerte voor iedere post het bedrag dat opgenomen staat onder het kopje ‘
Prijs’ gelijk aan het bedrag dat is opgenomen onder het kopje ‘
Totaal’. Hierdoor wordt te meer de indruk gewekt dat de genoemde bedragen niet bedoeld zijn als pro forma bedragen per week en/of per stuk, maar dat voor iedere post steeds de totale prijs voor de gehele periode is vermeld. De kantonrechter is met Ferex eens dat uit de opdrachtbevestiging wel duidelijk blijkt dat een huurprijs per week bedoeld wordt, maar daar is Dunea - zoals hiervoor al is overwogen - nooit mee akkoord gegaan en zij heeft in haar e-mail van 24 augustus 2023 al aan Ferex kenbaar had gemaakt dat dit in haar ogen niet meer was dan een ‘
conceptcontractje’. Verder weegt mee dat uit de door Dunea op 24 augustus 2023 verstuurde inkooporder en uit de reactie van Dunea op de eerste facturen van 25 september 2023 blijkt dat zij de offerte van 14 juni 2023 ook daadwerkelijk zo heeft opgevat als dat een totale prijs voor de volledige huurperiode was afgesproken. De inkooporder gaat immers uit van die veronderstelling en Dunea heeft op 25 september 2023 direct geklaagd toen bleek dat de facturen daar niet mee overeenkwamen. Ten slotte weegt mee dat de tekst van de offerte door Ferex en niet door Dunea is opgesteld, zodat dubbelzinnigheden en onduidelijkheden in die tekst in beginsel ook in de risicosfeer van Ferex vallen.
4.8.
De slotsom van de voorgaande overwegingen is dat de vordering van Ferex tot betaling van de hoofdsom niet kan slagen op de grondslag dat Dunea volgens de huurovereenkomst nog een deel van de huur zou moeten betalen. Voor zover Ferex daarnaast aan haar vordering ten grondslag heeft willen leggen dat Dunea een schadevergoeding verschuldigd is wegens het vroegtijdig opzeggen van de huurovereenkomst, slaagt ook die grondslag niet. Uitgaande van de hiervoor genoemde uitleg van de huurovereenkomst heeft Dunea de overeengekomen huurprijs voor de volledige huurperiode betaald, zodat Ferex geen schade kan hebben geleden door het mislopen van toekomstige huurpenningen. Dat Ferex anderszins schade zou hebben geleden doordat zij de opgehaalde composiet rijplaten niet opnieuw heeft kunnen verhuren, is verder door Dunea betwist en door Ferex onvoldoende onderbouwd. Door Ferex is immers niets ingebracht waar dit uit blijkt.
4.9.
De eindconclusie van de voorgaande overwegingen is dat de vordering in conventie tot betaling van de hoofdsom wordt afgewezen. De daaraan gekoppelde vorderingen tot betaling van de incassokosten en (handels)rente over die hoofdsom worden daarmee eveneens afgewezen.
De vordering in reconventie wordt afgewezen omdat sprake is van rechtsverwerking
4.10.
Dunea voert in reconventie aan dat zij, gelet op het feit dat het bedrag genoemd in de offerte van 14 juni 2023 een totaalprijs betreft, een bedrag van € 112.510,28 onverschuldigd heeft betaald. De kantonrechter volgt Ferex echter in haar standpunt dat ten aanzien van de door Dunea te veel gedane betalingen sprake is van rechtsverwerking, zodat Dunea zich niet (meer) kan beroepen op het onverschuldigd zijn van die betalingen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.11.
Artikel 6:2 BW bepaalt in lid 1 dat schuldeiser en schuldenaar verplicht zijn zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Verder is in lid 2 bepaalt dat een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel niet van toepassing is, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit artikel brengt onder andere met zich mee dat de uitoefening van een bevoegdheid of recht door een schuldeiser kan worden beperkt vanwege de wijze waarop zij zich eerder zelf ten aanzien van die bevoegdheid of dat recht heeft gedragen. Om een dergelijke ‘rechtsverwerking’ aan te nemen is nodig dat de rechthebbende zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van zijn recht of bevoegdheid. Enkel tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn aanspraak niet meer geldend zal maken, of waardoor de positie van de wederpartij onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden indien het recht of de bevoegdheid alsnog geldend wordt gemaakt (zie HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574, NJ 2017/75).
4.12.
Naar het oordeel van de kantonrechter is in het onderhavige geval sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan Ferex er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Dunea geen aanspraak zou maken op terugbetaling van volgens haar te veel betaalde bedragen. In de brief van 16 mei 2024 heeft de gemachtigde van Dunea geschreven dat Dunea een totaalbedrag van € 155.108,- aan Ferex zou overmaken voor de facturen voor de huur over de weken 37 tot en met 46 en de schoonmaakkosten, omdat zij zich “
hier (wel) mee kan verenigen”. Door de gemachtigde van Dunea is daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt, terwijl op dat moment tussen partijen al duidelijk was dat zij het niet eens waren over de uitleg van de overeengekomen huurprijs. Indien Dunea meende een deel van het door haar overgemaakte bedrag (bewust) onverschuldigd aan Ferex te betalen, had het op haar weg gelegen om daarbij duidelijk aan te geven dat zij dit slechts onder protest betaalde. Een dergelijk voorbehoud blijkt echter niet uit de brief van 16 mei 2024. Ook in de opvolgende brief van 11 juni 2024 is de gemachtigde van Dunea niet terugkomen op het standpunt dat Dunea zich met betaling van een totaalbedrag van € 155.108,- voor de genoemde facturen kon verenigen. Voor zover al sprake is van een onverschuldigde betaling, kan Dunea zich gelet op deze omstandigheden dan ook in redelijkheid niet meer op terugbetaling van de reeds betaalde bedragen beroepen. De vordering in reconventie wordt dan ook afgewezen.
Proceskosten in conventie en reconventie
4.13.
Ferex krijgt in conventie ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Dunea worden in conventie begroot op:
- salaris gemachtigde
2.174,00
(2 punten × € 1.087,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.309,00
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.14.
Dunea krijgt in reconventie ongelijk en moet daarom de proceskosten in die procedure betalen. Aangezien de vordering in reconventie echter geheel voortvloeit uit het verweer in conventie, worden die proceskosten aan de zijde van Ferex vastgesteld op nihil.

5.Beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Ferex in de proceskosten van € 2.309,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente als Ferex niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en de kosten van betekening als het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling van Ferex uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
5.4.
wijst de vordering af;
5.5.
veroordeelt Dunea in de proceskosten, aan de zijde van Ferex vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. D. Jongsma en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 april 2025.