ECLI:NL:RBDHA:2025:5664
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak
Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Kalu-Mollema, had zijn beroep ingetrokken nadat de minister van Asiel en Migratie alsnog een besluit had genomen. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten, maar de minister heeft aangegeven de kosten niet te willen vergoeden.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De rechtbank overweegt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister niet geheel of gedeeltelijk aan de verzoeker is tegemoetgekomen, omdat de wettelijke beslistermijn was verlengd en de ingebrekestelling van de verzoeker te vroeg was ingediend.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep en dat het verzoek om proceskostenvergoeding daarom niet kan worden toegewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.