ECLI:NL:RBDHA:2025:5655
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I. Petkovski, had een verzoek ingediend om de minister te veroordelen in de proceskosten na de intrekking van zijn beroep. De rechtbank heeft de minister de gelegenheid gegeven om te reageren op dit verzoek, maar de minister heeft zich verzet tegen de veroordeling in de proceskosten. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De rechtbank overweegt dat, volgens de wet, een bestuursorgaan alleen in de proceskosten kan worden veroordeeld als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken zonder dat de minister op enige wijze aan hem tegemoetgekomen is. De verzoeker heeft niet toegelicht waarom er sprake zou zijn van tegemoetkomen, waardoor de rechtbank geen aanleiding zag om de minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft daarom het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Berendsen, griffier, en is openbaar uitgesproken. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.