5.1.Eiseres heeft zelf ook meerdere persoonlijke aanvullingen gedaan op de beroepsgronden. Hierin stelt zij, kort weergegeven, het volgende. Ten eerste stelt eiseres dat verweerder ten onrechte het eerder opgelegde terugkeerbesluit blijft handhaven, terwijl zij procedureel rechtmatig verblijf heeft. Daarnaast moet verweerder elke nieuwe aanvraag voor verblijfsrecht individueel beoordelen zonder daarbij eerdere zaken mee te nemen. Dat blijkt uit artikel 3.103 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). Verweerder gebruikt het eerder opgelegde terugkeerbesluit onterecht als basis voor afwijzing. Eiseres stelt ook dat zij recht heeft op uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vw. Ook is het illegale verblijf van eiseres volgens haar gedoogd door de overheid waardoor zij recht heeft op een verblijfsvergunning. Verder heeft zij zeven maanden geen toegang gehad tot opvang van het COA, waardoor haar recht op opvang geschonden is. Eiseres stelt ook dat zij ten onrechte in detentie heeft gezeten. Tot slot vreest eiseres dat zij bij aankomst in Suriname zonder reden zal worden overgedragen aan de politie.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Het beroep is ongegrond. De rechtbank licht hierna toe hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
7. In het MedTadvies van 20 januari 2025 is geconcludeerd dat eiseres gehoord kan worden, wel zijn er beperkingen waarmee rekening gehouden moet worden. Eiseres heeft maagpijnklachten en moet hiervoor de gelegenheid krijgen tot pauze en het innemen van medicatie. Ook moet eiseres ondersteunend bejegend worden en de tijd krijgen om vertrouwen op te bouwen. Daarnaast moet ruimte geboden worden voor haar emoties. Tot slot heeft eiseres aangegeven dat er pijnlijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in het verleden waardoor zij slaapproblemen ervaart. In het gehoor moet rekening gehouden worden met vermoeidheidsklachten en er moet eventueel een extra pauze aangeboden worden aan eiseres.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in het gehoor en het bestreden besluit voldoende rekening heeft gehouden met de lichamelijke en geestelijke klachten van eiseres zoals deze blijken uit het MedTadvies. Eiseres heeft niet onderbouwd dat er andere lichamelijke of geestelijke klachten speelden waar verweerder geen rekening mee heeft gehouden.
Vrees voor behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM
9. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwd dat zij bij terugkeer naar Suriname risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Dat eiseres onder begeleiding moet worden uitgezet, is op verzoek van de luchtvaartmaatschappij en niet op verzoek van verweerder of van de DT&V. Dat eiseres bij aankomst in Suriname opgepakt zal worden door de politie omdat zij onder begeleiding naar Suriname vliegt, is enkel gebaseerd op haar eigen vermoedens.
Handhaven eerdere terugkeerbesluit
10. Verweerder blijft niet ten onrechte het eerder opgelegde terugkeerbesluit handhaven. Dat eiseres procedureel rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de uitspraak op dit beroep, of in afwachting van haar inmiddels nieuw ingediende reguliere aanvraag, maakt niet dat verweerder het eerder opgelegde terugkeerbesluit moet opheffen. Procedureel rechtmatig verblijf houdt alleen in dat eiseres in afwachting van een definitieve beslissing op haar aanvraag niet uit Nederland mag worden verwijderd. Het is een situatie waarin gedoogd wordt dat zij in Nederland aanwezig is, maar dat is iets anders dan legaal verblijf. Pas wanneer aan eiseres een verblijfsvergunning toegekend zou worden, hoeft verweerder het terugkeerbesluit en de registratie daarvan in SIS op te heffen.
11. Verder overweegt de rechtbank dat in artikel 3.103 van het Vb niet staat dat verweerder elke nieuwe aanvraag individueel moet beoordelen zonder eerdere zaken mee te nemen. In artikel 3.103 van het Vb staat dat een aanvraag getoetst wordt aan het recht zoals dat gold op het moment dat de aanvraag is ontvangen. Daarbij komt dat artikel 3.103 van het Vb van toepassing is op de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier, en niet op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel.
Hoewel verweerder los daarvan inderdaad elke nieuwe aanvraag opnieuw goed moet bekijken, betekent dit niet dat verweerder daarbij niet mee mag nemen dat eerder al een terugkeerbesluit is opgelegd. Verweerder heeft in dit geval de verklaringen van eiseres inhoudelijk beoordeeld en op basis daarvan haar aanvraag afgewezen, niet op basis van het eerder opgelegde terugkeerbesluit. Verweerder heeft eiseres geen nieuw terugkeerbesluit opgelegd omdat zij al eerder een terugkeerbesluit opgelegd heeft gekregen en sindsdien niet vertrokken is uit Nederland.
Gedoogd illegaal verblijf
12. Verweerder heeft er in het voornemen, dat onderdeel uitmaakt van het bestreden besluit, terecht op gewezen dat eiseres in eerdere procedures een beroep heeft gedaan op gedoogd illegaal verblijf. In het besluit van 4 februari 2020 op de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning op grond van privéleven heeft verweerder vastgesteld dat geen sprake is van een gedoogsituatie. Dit besluit staat in rechte vast.
13. Verweerder heeft kunnen concluderen dat eiseres op dit moment niet voldoet aan de voorwaarden voor uitstel van vertrek zoals bedoeld in artikel 64 van de Vw, omdat uit de door eiseres overgelegde stukken niet blijkt dat zij momenteel onder behandeling staat voor medische klachten.
14. In de behandeling van dit beroep kan de rechtbank alleen oordelen over het verloop van de asielprocedure, maar niet over de mogelijke schending op het recht van opvang. Tegen het onthouden van opvang door het COA kan eiseres apart beroep instellen op grond van artikel 5 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
15. In deze procedure kan de rechtbank ook niet oordelen over de rechtmatigheid van de bewaring van eiseres. Daarbij wijst de rechtbank erop dat deze rechtbank, zittingsplaats Arnhem, op 6 juni 2024 heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring die is opgelegd van 3 mei 2024 tot 29 mei 2024 niet onrechtmatig was.De bewaringsmaatregel die aan eiseres was opgelegd van 29 mei 2024 tot 1 juni 2024 was wel onrechtmatig, en hiervoor heeft eiseres dan ook schadevergoeding ontvangen.Op 14 juni 2024 heeft de zittingsplaats Arnhem geoordeeld dat de bewaring van eiseres vanaf 1 juni 2024 niet onrechtmatig was.Dit oordeel is op 2 september 2024 bevestigd door de hoogste bestuursrechter.
Conclusie en gevolgen
16. Het beroep is ongegrond.
17. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
18. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.