ECLI:NL:RBDHA:2025:563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
24/4561
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verzoek tot verruiming van openingstijden van een horecaonderneming in Delft

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2025, wordt het beroep van Red Devil Hot Shot B.V. tegen de afwijzing van hun aanvraag voor verruiming van openingstijden beoordeeld. De aanvraag was door de burgemeester van Delft afgewezen op 10 augustus 2023, met een verwijzing naar het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat het bestemmingsplan niet uitsluit dat er verruimde openingstijden kunnen gelden voor horeca 2, zoals in het geval van eiseres. De rechtbank stelt vast dat de burgemeester het besluit bevoegd heeft genomen, ondanks dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders was genomen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat er meer dan 40 meldingen van overlast zijn ontvangen over de onderneming van eiseres in de jaren 2022 en 2023. De rechtbank oordeelt dat de omgeving nadelige gevolgen zou ondervinden van een verruiming van de openingstijden, en dat de stelling van eiseres dat een verruiming noodzakelijk is voor een rendabele exploitatie niet met cijfers is onderbouwd. Het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet, omdat de andere genoemde horecaondernemingen niet vergelijkbaar zijn met eiseres. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar niet-ontvankelijk en het beroep tegen het bestreden besluit van 4 juni 2024 ongegrond. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,5.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/4561

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 januari 2025 in de zaak tussen

Red Devil Hot Shot B.V., uit Delft, eiseres

(gemachtigde: mr. A. Kwint-Ocelikova),
en

de burgemeester van Delft, verweerder

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag voor verruiming van de openingstijden van eiseres.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 10 augustus 2023 afgewezen.
1.2.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en uiteindelijk een beroep niet tijdig beslissing bij de rechtbank ingediend.
1.3.
Met het bestreden besluit van 4 juni 2024 heeft verweerder alsnog op het bezwaar van eiseres beslist. Verweerder is bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 11 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de bestuurder van eiseres [naam], de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres exploiteert een shotjes- en cocktailbar in Delft. Zij heeft een verzoek tot verruiming van haar openingstijden in afwijking van de exploitatietijden zoals weergegeven in de APV gedaan. De nieuwe openingstijden komen er op neer dat de onderneming op donderdag en vrijdag tot 3:00 uur open is in plaats van tot 1:00 uur en op zaterdag tot 3:00 uur in plaats van tot 2:00 uur. Dit verzoek is door verweerder afgewezen omdat eiseres een categorie 2 horeca is. volgens het Uitvoeringsbesluit Sluitingstijden 2012 Delft (uitvoeringsbesluit) in combinatie met het bestemmingsplan leent horeca 2 zich niet voor een verruiming van de sluitingstijden.
Wat vindt eiseres?
3. Eiseres stelt zich allereerst op het standpunt dat het besluit onbevoegd genomen is. Het besluit is namelijk namens het college van burgemeester en wethouders genomen terwijl dit burgemeester had moeten zijn. Daarbij komt dat verweerder zich onterecht op het standpunt stelt dat horeca 2 zich nooit leent voor verruiming van de sluitingstijden. In het bestemmingsplan worden de openingstijden per categorie niet specifiek benoemt en regels tot verruiming van de openingstijden zijn niet opgenomen. Een aantal andere horecaondernemingen van categorie 2 in de buurt van eiseres hebben wel verruimde sluitingstijden (eetcafé Flames, de Kurk en stadsbrouwerij de koperen kat). Het is dan ook weldegelijk mogelijk om ruimere sluitingstijden te geven aan een horeca 2 onderneming.
Artikel 2.28a, derde lid, van de APV is dan ook wel op eiseres van toepassing. Dit betekent dat verweerder een afweging had moeten maken op basis van het beleid [1] of eiseres in aanmerking kan komen voor verruiming van de openingstijden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Beroep tegen het niet-tijdig beslissen op de gemaakte bezwaren
4. Omdat verweerder bij besluit van 4 juni 2024 op het bezwaar van eiseres heeft beslist, heeft eiseres geen belang meer bij de beoordeling van het beroep voor zover gericht tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar. Het belang is ook niet gelegen in een vaststelling door de rechtbank van door verweerder verbeurde dwangsom. Verweerder heeft deze immers bij besluit van 22 juli 2024 al vastgesteld. Het beroep, voor zover gericht tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar, is dan ook niet-ontvankelijk. Omdat pas op het bezwaar is beslist nadat het beroep tegen het uitblijven van dat besluit door eiseres is ingesteld en dit beroep gelet op de verstreken beslistermijn voor het nemen van een besluit op bezwaar en na een geldige ingebrekestelling terecht is ingesteld, ziet de rechtbank aanleiding verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten voor het instellen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar.
Is het besluit bevoegd genomen?
5. De rechtbank constateert dat de beslissing op bezwaar is ondertekend door de burgemeester. Ook uit de tekst van het besluit blijkt duidelijk dat dit is opgesteld door de burgemeester. Voor zover eiser er op doelt dat boven de handtekening staat dat het besluit door het college van burgemeester en wethouders is genomen merkt de rechtbank op dat het hier duidelijk gaat om een kennelijke verschrijving. Nu het besluit door de burgemeester is ondertekend is het besluit bevoegd genomen.
Leent categorie 2 horeca zich voor verruiming van de sluitingstijden?
6. In hoofdstuk 4 van het uitvoeringsbeleid is bepaald dat voor horecabedrijven in de binnenstad, zoals eiseres, het vigerende Bestemmingsplan geldt bij de beoordeling of door middel van een voorschrift bij de vergunning of vrijstelling geen verplicht sluitingstijdstip zal gelden. In het bestemmingsplan [2] is vervolgens bepaald dat horeca uitsluitend is toegestaan voor zover zij behoort tot de categorie 2 [3] als bedoelt in de ‘staat van Horeca-activiteiten’. Voor categorie 2 is bepaald dat dit soort horecabedrijven overwegend ook delen van de nacht geopend mogen zijn. Dit mag niet de hele nacht het geval zijn.
6.1.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt, anders dan verweerder stelt, uit het bestemmingsplan niet dat er in zijn geheel geen verruimde openingstijden kunnen gelden. Er is alleen bepaald dat horeca 2 een gedeelte van de nacht open mag zijn. Verweerder kon het verzoek van eiser dan ook niet afwijzen met enkel een verwijzing naar het bestemmingsplan.
7. Verweerder heeft het verzoek tot verruiming van de openingstijden in het geval van eiseres dan ook beoordeeld aan de hand van artikel 2.28 a, derde lid, van de APV. Uit dit artikel volgt dat verweerder een afweging moet maken of verruiming in dit geval mogelijk is. De rechtbank zal hieronder in gaan op de vraag of deze afweging het besluit kan dragen.
6.2.
Onder 5 van het uitvoeringsbeleid staat naar welke criteria verweerder kijkt bij een eventuele verruiming van de openingstijden. Hierin is onder meer bepaald dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf van de exploitatie bij verruiming van de openingstijden geen nadelige gevolgen mag ondervinden. In het geval van eiseres zijn er in 2022 en 2023 meer dan 40 overlast meldingen over de onderneming binnengekomen. Er is ook al een keer een last onder dwangsom aan haar opgelegd en zijn er maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 2.20 van het activiteitenbesluit opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank kon verweerder dan ook tot de conclusie komen dat ten tijde van de beslissing op bezwaar aannemelijk was dat de omgeving nadelige gevolgen zou ondervinden van een verruiming van de openingstijden. Voor zover eiseres stelt dat de laatste klachten uit 2023 zijn omdat zij zich nu houdt aan de maatwerkvoorschriften maakt dit het bovenstaande niet anders. Ten tijde van het besluit was de periode zonder overlastmeldingen gering, minder dan een jaar. Daarbij komt dat de overlast pas verminderd is na een dwangsom en maatwerkvoorschriften. Eiseres heeft weliswaar gesteld dat een verruiming van haar sluitingstijden noodzakelijk is voor een rendabele exploitatie, maar die stelling niet met cijfers ondersteund. Het verzoek om verruiming van de openingstijden kon dan ook geweigerd worden.
Heeft verweerder het gelijkheidsbeginsel geschonden?
8. Voor een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel is het noodzakelijk dat sprake is van rechtens gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld. Daar is in het val van eiseres geen sprake van. Twee van de bedrijven waar eiseres naar verwijst vallen in de categorie horeca 3 terwijl eiseres is gekwalificeerd als horeca categorie 2. Alleen al om die reden zijn zij niet vergelijkbaar. De andere onderneming heeft al onder de oude regels verruimde openingstijden gekregen. Die situatie is verder dan ook niet vergelijkbaar met eiseres. Het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel slaagt dan ook niet.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep gericht tegen het besluit van 4 juni 2024 is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten ziende op dit gedeelte van het beroep.
10. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4 is overwogen veroordeelt de rechtbank verweerder wel in de proceskosten die eiseres in verband met de indiening van het beroep niet tijdig beslissen heeft gemaakt. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op € 437,5 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank;
-verklaart het beroep van eiseres voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar niet-ontvankelijk;
-verklaart het beroep van eiseres zover gericht tegen het bestreden besluit van 4 juni 2024 ongegrond;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 437,5.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.T. van Bruggen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.artikel 4 van het uitvoeringsbeleid sluitingstijden Delft (uitvoeringsbeleid).
2.Artikel 7.4.2., onder b, van de bestemmingsregels bij het Bestemmingsplan Binnenstad 2012 Delft.
3.Staat van Horeca-activiteiten Delft.