ECLI:NL:RBDHA:2025:5616

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
NL25.3714
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege indiening in het kader van besluit- en vertrekmoratorium Syrië

In deze zaak heeft eiser, afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze geen beslissing heeft genomen op zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank had eerder, op 15 juli 2024, bepaald dat de minister binnen zestien weken na die uitspraak moest beslissen. Eiser heeft op 27 januari 2025 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep te vroeg is ingediend, aangezien er op dat moment een besluit- en vertrekmoratorium voor Syrië van kracht was. Dit moratorium verlengt de beslistermijn voor asielaanvragen van uit Syrië afkomstige vreemdelingen met een jaar, tot maximaal 21 maanden. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het is ingediend voordat de minister op de aanvraag kon beslissen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 2 april 2025 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.3714
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. M.A. Krikke),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend na de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, van 15 juli 2024.1 In die uitspraak staat onder meer dat de minister binnen zestien weken na verzending van die uitspraak moet beslissen op de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag). Eiser stelt nu beroep in, omdat de minister binnen die termijn geen beslissing heeft genomen op de aanvraag.
De minister heeft geen verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.2
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.3
Is het beroep van eiser ontvankelijk?
3. Soms kan niet worden verwacht dat de betrokkene eerst een ingebrekestelling stuurt. Dat is in dit geval zo, omdat de bestuursrechter in de uitspraak van 15 juli 2024 een uitdrukkelijke en inmiddels verstreken termijn heeft gesteld voor het nemen van een besluit.4
1. Zaaknummer NL24.20178.
2 Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
______________
5 Staatscourant van 13 december 2024, nr. 41538.
6 Artikel 43, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
5. De rechtbank stelt vast dat het besluitmoratorium van kracht was toen eiser op 27 januari 2025 beroep instelde. Het beroep is aldus te vroeg ingesteld. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
02 april 2025

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrif indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.