Op 17 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij mensensmokkel naar het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie behandeld, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde werd geschat op € 53.357,00. De veroordeelde had drie keer twee personen gesmokkeld en ontving per gesmokkelde persoon £ 8.000,00. De rechtbank heeft de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend op basis van de wisselkoers en de gemaakte provisiekosten voor het wisselen van valuta. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde de verplichting heeft om dit bedrag aan de staat te betalen. Daarnaast is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 1067 dagen, conform de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.