ECLI:NL:RBDHA:2025:5334
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hansen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak van de minister van Asiel en Migratie tegen een verzoeker van Syrische nationaliteit. De verzoeker had op 12 februari 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, met als reden dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de beoordeling is vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.7086) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hansen - Telman, in aanwezigheid van mr. H.A. van der Wal, griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.