Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[vezoeker], verzoeker,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister niet in behandeling genomen, omdat Portugal verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In een eerdere uitspraak op dezelfde dag, onder zaaknummer NL25.10593, heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.