Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 31 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 30 januari 2025 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 27 maart 2025 zijn de verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder zich wel liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL25.4422), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.