Uitspraak
Beschikking in de zaak van:
[de tante] ,
[de oma] ,
[de vader] ,
Procedure
Verzoek en verweer
Beoordeling
Beslissing
, waarbij de oma [minderjarige] uit school ophaalt en de vader [minderjarige] om 17.00 uur bij de oma ophaalt;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2025 een herstelbeschikking uitgesproken met betrekking tot de omgangsregeling tussen de oma en de minderjarige. De tante had verzocht om wijziging van de beschikking van 6 maart 2025, waarin de omgangsregeling was vastgesteld. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende e-mails van de betrokken partijen, waarin de tante en de oma hun verzoeken en de vader zijn verweer uiteenzetten. De vader voerde aan dat de oma en de tante niet duidelijk hadden gemaakt wat de fout in de beschikking was en dat de rechtbank niet verzuimd had om ergens over te beslissen.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel vatbaar was, maar dat er wel een onderdeel van het verzoek niet was behandeld. De rechtbank heeft daarom besloten de beschikking aan te vullen, zodat de oma de minderjarige uit school kan halen en de vader de minderjarige om 17.00 uur bij de oma kan ophalen. De rechtbank heeft de tante niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om een omgangsregeling en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitgesproken door mr. C. van Hees, rechter en kinderrechter, in aanwezigheid van mr. F.M. Schreuder als griffier.