ECLI:NL:RBDHA:2025:5282

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
C/09/669650 / FA RK 24-5148
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking omgangsregeling tussen oma en minderjarige, verzoek van tante niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2025 een herstelbeschikking uitgesproken met betrekking tot de omgangsregeling tussen de oma en de minderjarige. De tante had verzocht om wijziging van de beschikking van 6 maart 2025, waarin de omgangsregeling was vastgesteld. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende e-mails van de betrokken partijen, waarin de tante en de oma hun verzoeken en de vader zijn verweer uiteenzetten. De vader voerde aan dat de oma en de tante niet duidelijk hadden gemaakt wat de fout in de beschikking was en dat de rechtbank niet verzuimd had om ergens over te beslissen.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel vatbaar was, maar dat er wel een onderdeel van het verzoek niet was behandeld. De rechtbank heeft daarom besloten de beschikking aan te vullen, zodat de oma de minderjarige uit school kan halen en de vader de minderjarige om 17.00 uur bij de oma kan ophalen. De rechtbank heeft de tante niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om een omgangsregeling en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitgesproken door mr. C. van Hees, rechter en kinderrechter, in aanwezigheid van mr. F.M. Schreuder als griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-5148
Zaaknummer: C/09/669650
Datum beschikking: 24 maart 2025

Beschikking in de zaak van:

[de tante] ,

hierna te noemen: de tante,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. H. Sazoglu te Den Haag,
en

[de oma] ,

hierna te noemen: de oma,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. H. Sazoglu te Den Haag,
waarin als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R.W. van den Hoek te Leiden.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- de e-mail van 11 maart 2025 namens de tante en de oma;
- de e-mail van 11 maart 2025 namens de vader;
- de e-mail van 13 maart 2025 namens de tante en de oma;
- de e-mail van 19 maart 2025 namens de tante en de oma;
- de e-mail van 19 maart 2025 namens de vader.

Verzoek en verweer

In de e-mail van 11 maart 2025 wordt verzocht om de beschikking van 6 maart 2025 te wijzigen c.q. aan te vullen en ter verduidelijking op te nemen dat de oma [minderjarige] van school zal halen en thuis zal brengen.
De vader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. Hij voert aan dat de oma en de tante niet duidelijk hebben gemaakt wat precies de fout in de beschikking is in de zin van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Ook heeft de rechtbank niet verzuimd om ergens over te beslissen op grond van artikel 32 Rv. Om praktische redenen heeft de vader aangeboden om [minderjarige] naar de oma te brengen en weer op te halen.

Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare fout, die tot verbetering op de voet van artikel 31 Rv zou moeten leiden.
De rechtbank heeft wel verzuimd om te beslissen over een onderdeel van het verzochte als bedoeld in artikel 32 Rv. De oma en de tante hebben immers verzocht om een beslissing te nemen over het halen en brengen van [minderjarige] . Daarom zal de rechtbank de beschikking aanvullen met een beslissing op dit punt.
De procedure van artikel 32 Rv is niet bedoeld om aanvullende feiten en omstandigheden naar voren te brengen. Daarom zal de rechtbank de aanvullende informatie die partijen naar voren hebben gebracht niet meewegen.
De rechtbank zal beslissen dat de oma [minderjarige] uit school haalt. Dit is een leuk moment en het voorkomt dat de vader deze tijd vrij moet houden. Vervolgens zal de vader [minderjarige] om 17.00 uur bij de oma ophalen, zodat de oma en [minderjarige] de tijd kunnen benutten om leuke dingen te doen.

Beslissing

De rechtbank:
vult de beschikking van 6 maart 2025 aan, in die zin dat het dictum komt te luiden:
De rechtbank:
bodemprocedure (C/09/669650)
bepaalt dat de minderjarige:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] , bij de oma zal zijn:
om de week op maandag na school tot 17.00 uur
, waarbij de oma [minderjarige] uit school ophaalt en de vader [minderjarige] om 17.00 uur bij de oma ophaalt;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verklaart de tante niet-ontvankelijk in haar verzoek om een omgangsregeling;
wijst het meer of anders verzochte af;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
voorlopige voorzieningen (C/09/677204)
verklaart de tante niet-ontvankelijk in haar verzoek om een voorlopige omgangsregeling;
wijst het meer of anders verzochte af;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking d.d. 6 maart 2025 is aangevuld door mr. C. van Hees, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. F.M. Schreuder als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 24 maart 2025.