ECLI:NL:RBDHA:2025:5265

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
NL25.10624
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Slovenië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die zijn asielaanvraag had ingediend, kreeg te horen dat Slovenië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn aanvraag. Dit leidde tot het bestreden besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 5 maart 2025 was genomen, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL25.10623, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.10624

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.C.M.E. Schijvenaars),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekers asielaanvraag niet in behandeling genomen, omdat Slovenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1]
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [2] uitspraak
zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.10623, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 28 maart 2025 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Algemene wet bestuursrecht.