ECLI:NL:RBDHA:2025:5237

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
AWB 24-15187
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot inreisverbod

Op 28 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Het verzoek betreft de oplegging van een zwaar inreisverbod voor de duur van tien jaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 31 januari 2025 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van de minister van Asiel en Migratie aanwezig waren.

In de uitspraak van 28 maart 2025 heeft de rechtbank geoordeeld dat de voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep van de verzoeker is beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Deze beslissing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer AWB 24/15187.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/15187

uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 maart 2025 in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. G.P. Dayala)
en
de minister van Asiel en Migratie, [1] de minister
(gemachtigde: mr. K.J. Diender).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek van verzoeker om de voorlopige voorziening om gedurende de behandeling van zijn beroep tegen de oplegging van een zwaar inreisverbod voor de duur van tien jaar niet te worden uitgezet.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 31 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag [2] heeft de rechtbank op het beroep van verzoeker beslist. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.AWB 24/15186