ECLI:NL:RBDHA:2025:5211
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestreden besluit van de Minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van beroepsgronden
Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wensing, en de Minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van 24 september 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser de gronden van het beroep niet heeft vermeld en dit verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank heeft eiser in een eerder bericht op 23 oktober 2024 verzocht om binnen vier weken de ontbrekende gronden in te dienen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Ondanks meerdere verzoeken om uitstel, heeft eiser geen beroepsgronden ingediend en geen reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.