ECLI:NL:RBDHA:2025:5180
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.A.M. Elzakkers
- Z.P. de Wilde
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenvergoeding
Op 15 januari 2025 heeft de Minister van Asiel en Migratie de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 maart 2025 behandeld, waarbij mr. A. Dogan als waarnemer van de gemachtigde van verzoeker aanwezig was, evenals de gemachtigde van de minister.
In de uitspraak van 24 maart 2025, in de zaak met nummer NL25.2731, heeft de rechtbank het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag ongegrond verklaard en het beroep tegen het inreisverbod niet-ontvankelijk verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Desondanks heeft de rechtbank bepaald dat verzoeker recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 907,-, die door de minister moet worden betaald, omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.
De voorzieningenrechter, mr. A.A.M. Elzakkers, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 maart 2025, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.