ECLI:NL:RBDHA:2025:5162

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
NL25.2793
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 14 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met de motivering dat deze kennelijk ongegrond was. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 maart 2025 behandeld, samen met een andere zaak (NL25.2792). Tijdens deze zitting waren zowel de verzoeker als de minister vertegenwoordigd door hun gemachtigden.

De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de andere zaak, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.2793

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover)
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. R.M. Koning).

Inleiding

1. Bij besluit van 14 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL25.2792, op
18 maart 2025 op zitting behandeld. Verzoeker en de minister hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Beoordeling door de rechtbank

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.2792, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.