Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige 1], beiden wonende te [woonplaats 4] ,
[minderjarige 2], beiden wonende te [woonplaats 5] ,
[minderjarige 3], beiden wonende te [woonplaats 8] ,
[minderjarige 4], beiden wonende te [woonplaats 14] ,
[minderjarige 5], beiden wonende te [woonplaats 27] ,
[minderjarige 6], beiden wonende te [woonplaats 28] ,
[minderjarige 7]en
[minderjarige 8], allen wonende te [woonplaats 36] ,
[minderjarige 9]en
[minderjarige 10], allen wonende te [woonplaats 41] ,
[minderjarige 11], beiden wonende te [woonplaats 40] ,
[minderjarige 12]en
[minderjarige 13], allen wonende te [woonplaats 46] ,
[minderjarige 14]en
[minderjarige 15], allen wonende te [woonplaats 47] ,
[minderjarige 16], beiden wonende te [woonplaats 46] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 13 december 2022 met producties,
- de conclusie van repliek van 9 januari 2024 met producties,
- de conclusie van dupliek van 4 maart 2025.
2.De feiten
21-13966hebben op 6 juni 2019 een vlucht gemaakt met TUI van Amsterdam naar Orlando dan wel naar de vervolgbestemming Miami met vlucht OR 317. Deze vlucht is zowel in Orlando als in Miami met een vertraging van meer dan vier uur gearriveerd.
21-13935, 21-13972, 21-13940 en 21-13967hebben een vlucht geboekt om op 6 juni 2019 vervoerd te worden van Orlando dan wel Miami naar Amsterdam met vlucht OR 318. Deze vlucht is zowel in Miami als in Amsterdam met een vertraging van meer dan vier uur gearriveerd.
21-13967) [eisers 69 t/m 72] (eisers 69 t/m 72) en [eisers 75 t/m 78] (eisers 75 t/m 78) geannuleerd. Hun vlucht is omgeboekt en zij zijn teruggevlogen naar Amsterdam via Spanje dan wel Marokko.
21-13972( [naam 1] en [naam 2] ),
21-13935( [naam 3] en [naam 4] ),
21-13940( [naam 5] ) en
21-13967( [naam 6] en [naam 7] ), hebben hun vordering gecedeerd aan Stichting Achmea Rechtsbijstand (SAR).
3.Het geschil
4.De beoordeling
21-13967:[naam 8] , [naam 9] en [naam 10] , gesteld dat voor hen geen zitplaatsen zijn geboekt gelet op hun leeftijd en daarom niet in aanmerking komen voor enige vergoeding. De kantonrechter zal dit verweer passeren omdat het te laat is aangevoerd. Dit verweer had bij conclusie van antwoord al gevoerd kunnen en moeten worden, zodat de Passagiers daarop hadden kunnen reageren. Nu die mogelijkheid daartoe niet meer bestaat is het verweer te laat ingenomen.
21-13966die tot Orlando zijn gevolgen zullen worden afgewezen.
21-13966die als eindbestemming Miami hadden en voor de overige passagiers die een vlucht via Orlando of Miami naar Amsterdam hadden geboekt. Anders dan TUI stelt is de kantonrechter van oordeel dat de vertraging als gevolg van de wettelijk voorgeschreven rusttijd van de bemanning niet een complicatie is die voortvloeit uit de buitengewone omstandigheid. De in het Eglitis-arrest genoemde bijkomende omstandigheden zijn hiermee niet vergelijkbaar. Die omstandigheden liggen immers buiten de invloedsfeer van de luchtvaartmaatschappij, zoals de sluitingstijd van een luchthaven of de herschikking van de toegewezen luchtwegen. Met de Passagiers is de kantonrechter van oordeel dat het overschrijden van de werk- en rusttijden tot de normale bedrijfsrisico’s van een luchtvaartmaatschappij behoren en daarmee dus inherent is aan de uitoefening van het luchtvaartbedrijf. Op het moment dat een vliegtuig wordt ingehuurd dat nog vanuit Madrid naar Amsterdam moet worden gevlogen is voorzienbaar dat de huidige bemanning niet de vlucht van Orlando naar Miami zou kunnen aanvangen, dan na het in acht nemen van een rusttijd. TUI had deze situatie kunnen voorkomen door andere bemanning voor het vliegtuig aan te wijzen, die zonder rusttijd de volledige vlucht zou kunnen uitvoeren. TUI heeft geen verklaring gegeven waarom zij dat niet heeft gedaan, terwijl de Passagiers daarop wel hebben gewezen.
5.De beslissing
€ 181,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
€ 181,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
€ 181,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
€ 1.815,00, te vermeerderen met de wettelijke rente 3 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;