Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
handelend onder de naam [handelsnaam], te [vestigingsplaats],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
- dagelijkse werkzaamheden in de periode van mei 2023 tot en met december 2023 (€ 18.876,-) en
- het verzorgen van de jaarstukken over 2018-2022 (€ 12.147,19).
- Dat de aan mevrouw [naam 1] gedane betalingen van 2014 t/m 2022 veel groter zijn dan hetgeen was afgesproken (€ 1.950,-- excl. BTW per maand plus € 3.500,-- excl. BTW per jaar).
- Het jaartotaal van de onlangs door mevrouw [naam 1] ingediende declaraties veel lager is dan de daadwerkelijk door haar aan zichzelf gedane betalingen.
- Dat betrouw [naam 1] nog een aanzienlijk bedrag verschuldigd is aan [bedrijfsnaam 1] (…).
4.Het geschil
5.De beoordeling
- negen facturen van 30 november 2023 voor een totaalbedrag van € 31.023,19 ter zake van (a) dagelijkse werkzaamheden in de periode van mei 2023 tot en met december 2023 (€ 18.876,-) en (b) het verzorgen van de jaarstukken over 2018-2022 (€ 12.147,19); en
- (c) het met succes verzorgen van vier NOW-aanvragen op no cure no pay-basis (€ 12.100).
- [naam 1] ontvangt vanaf 2010 € 65,- per uur (excl. btw) voor haar werkzaamheden. Vanaf medio 2019 is dit bedrag verhoogd tot € 70,- per uur (excl. btw).
- [naam 1] ontvangt voor het opstellen van jaarstukken € 3.500,- (excl. btw) voor 2018-2021 en € 3.750,- (excl. btw) voor 2022.
- [naam 1] brengt – in verband met de krappe financiële positie van [bedrijfsnaam 1] – vanaf januari 2021 maximaal € 1.950,- (excl. btw) in rekening en spaart de rest op tot een volgende factuur. Hierdoor is een betalingsachterstand ontstaan.
- [naam 1] ontvangt voor het verzorgen van (4) NOW-aanvragen op no cure no pay-basis € 2.500,- (excl. btw) per aanvraag.
- [naam 1] ontvangt van 2010-2022 jaarlijks een vast bedrag van € 19.500,- (excl. btw) voor de werkzaamheden die zij voor drie vennootschappen verricht (dat zijn: dagelijkse werkzaamheden ad € 1.5000,-, verzorging van de jaarcijfers ad € 3.000,- en het versturen van sommaties/aanmaningen ad € 1.500,-);
- In 2023 is de vergoeding € 60,- per uur (excl. btw);
- Voor het doen van NOW-aanvragen is geen extra vergoeding afgesproken (en zijn geen facturen ontvangen).
6.De beslissing
- dat partijen mondeling hebben afgesproken dat [naam 1] tot medio 2019 € 65,- (excl. btw) per uur en nadien € 70,- (excl. btw) per uur in rekening mocht brengen voor haar werkzaamheden;
- dat partijen mondeling hebben afgesproken dat [naam 1] voor het opstellen van jaarstukken € 3.500,- (excl. btw) voor 2018-2021 en € 3.750,- (excl. btw) voor 2022 in rekening mocht brengen;
- dat partijen mondeling hebben afgesproken dat [naam 1] voor het verzorgen van NOW-aanvragen € 2.500,- (excl. btw) per aanvraag zou ontvangen, op no cure no pay-basis;
woensdag 29 januari 2025voor uitlating door [naam 1] overeenkomstig het bepaalde in 5.6;
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct op 29 januari 2025 in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
februaritot en met
juli 2025dan direct op 29 januari 2025 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
- dat partijen mondeling hebben afgesproken dat [naam 1] jaarlijks een vast bedrag van € 19.500,- (excl. btw) zou ontvangen voor de werkzaamheden die zij voor drie vennootschappen verrichte (dat zijn: dagelijkse werkzaamheden ad € 1.5000,-, verzorging van de jaarcijfers ad € 3.000,- en het versturen van sommaties/aanmaningen ad € 1.500,-);
- dat partijen mondeling hebben afgesproken dat [naam 1] vanaf 2023 een vergoeding van € 60,- per uur (excl. btw) ontving voor haar werkzaamheden;
woensdag 29 januari 2025voor uitlating door [bedrijfsnaam 1] overeenkomstig het bepaalde in 5.11;
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct op 29 januari 2025 in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
februaritot en met
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;