Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
verzoekende partij,
advocaat: mr. A.M. Takkenberg,
verwerende partij,
advocaten: mrs. J.I. van Vlijmen en Z.N. Aliar.
1.Kern van de zaak
als bestuurdervan de omroep te ontslaan. In deze procedure gaat het om [naam 1]
als werknemervan ON!.
2.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 29, ingekomen op 6 december 2024;
- het verweerschrift tevens houdende (voorwaardelijke) tegenverzoeken met producties 1 tot en met 32;
- de aanvullende producties 30 tot en met 33 van de zijde van [naam 1] ;
- de mondelinge behandeling van 13 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de schriftelijke spreekaantekeningen die tijdens die behandeling door de advocaten van ON! zijn overhandigd.
3.De feiten
- voorafgaand aan zijn non-actiefstelling heeft [naam 1] zich op verbaal, (mogelijk) fysiek en (mogelijk) seksueel intimiderende wijze uitgelaten en gedragen tegenover diverse medewerkers;
- er zijn sterke aanwijzingen dat onder het bestuur van [naam 1] een angst- en afrekencultuur bij ON! is ontstaan;
- [naam 1] heeft een onveilige werksfeer laten ontstaan of zelfs gecreëerd;
- [naam 1] geeft er blijk van zijn eigen belangen en zichzelf boven de (belangen van de) omroep te plaatsen en anderen geen aandacht of populariteit te gunnen;
- met zijn post op X op 3 augustus 2024 heeft [naam 1] andere medewerkers van ON! in diskrediet gebracht en zich schuldig gemaakt aan smaad, laster en het uiten van dreigende teksten;
- tijdens het onderzoek heeft [naam 1] zich onttrokken aan communicatie met de RvT, terwijl hij wel bereikbaar was voor derden.
Wanneer dacht je: dit is echt mis, hier is sprake van antisemitisme of Holocaustbagatellisering?
Onze mensen, de Holocaust in Litouwen. [naam 9] bagatelliseerde deze genocide door te stellen, en ik parafraseer, dat zoveel doden niet passen in die graven. Hij begon alles te ontkennen. Dat werd ruzie (…).
Uit mijn eerdere mails weet u dat ik bereid ben aan elk onafhankelijk onderzoek mijn medewerking te geven, maar dat ik voor de eerlijkheid en transparantie daar voorwaarden aan verbind. (…)”
- [naam 1] maakte zich schuldig aan intimidatie en machtsmisbruik. Medewerkers voelden zich vaak onder druk gezet om zonder tegenwerpingen mee te gaan in zijn beslissingen, zelfs als ze het daar niet mee eens waren.
- [naam 1] schreeuwde regelmatig tegen medewerkers, wat niet alleen corrigerend bedoeld was, maar ook hun zelfvertrouwen en motivatie ondermijnde.
- [naam 1] heeft een medewerker publiekelijk vernederd vanwege een klein foutje in haar werk, waarna zij huilend in de kantine stond.
- [naam 1] maakte ongepaste opmerkingen over het lichaam van een vrouwelijke collega.
4.Het geschil
onvoorwaardelijkom (verkort weergegeven):
voorwaardelijk– namelijk voor het geval de ontslagbesluiten niet in stand blijven of niet hebben geleid tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst – om (verkort en anders weergegeven):
5.De beoordeling
Van ernstig verwijtbaar handelen van ON! door tot non-actiefstelling over te gaan is dan ook geen sprake.
Vaststaat dat ON! op 29 augustus 2024 een persbericht op haar website heeft geplaatst over de schorsing van [naam 1] . In dit bericht staat onder meer dat [naam 1] zich met regelmaat schuldig heeft gemaakt aan diverse vormen van ernstig grensoverschrijdend gedrag en seksuele intimidatie. De aanleiding voor dit bericht was echter het bericht van [naam 1] op X waarin hij zelf schrijft dat de coupplegers van ON! hem hebben geschorst met als leugenexcuus grensoverschrijdend gedrag. In dit bericht heeft hij het over racisme, antisemitisme en holocaust-bagatellisering binnen ON! die de echte reden zou zijn voor zijn schorsing. Ter voorkoming van het ontstaan van een eenzijdig beeld over de situatie heeft ON! er vervolgens voor gekozen om ook haar kant van het verhaal via de media naar buiten te brengen, door op haar website onder meer de uitnodiging voor de RvT-vergadering op 13 februari 2024, een persbericht over de schorsing van [naam 1] en het onderzoeksrapport van S-Vision te publiceren. Dit valt te begrijpen. Wat ON! hooguit kan worden aangerekend, is dat zij in het persbericht over de schorsing van [naam 1] heeft doen voorkomen alsof in het intern onderzoeksrapport is vastgesteld dat [naam 1] zich
met regelmaatschuldig heeft gemaakt aan
diverse vormen van ernstiggrensoverschrijdend gedrag en seksuele intimidatie, terwijl uit het rapport niet volgt dat [naam 1] zich (met regelmaat) heeft schuldig gemaakt aan seksuele intimidatie. Naar het oordeel van de rechtbank was een gematigder toon op dit punt passender geweest. Dit kan echter niet als ernstig verwijtbaar handelen worden aangemerkt, aangezien de toon van [naam 1] zelf in zijn berichten op X en in contact met de media, ook niet bepaald gematigd is geweest. Ook hierin ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding om aan [naam 1] een billijke vergoeding toe te kennen.
- het op X op 3 augustus 2024 openbaar maken van inhoudelijke passages, persoonsgegevens en (vermeende) gebeurtenissen op de werkvloer uit de brandbrief;
- het openbaar maken van (vermeende) gebeurtenissen op de werkvloer met betrekking tot [naam 5] , [naam 9] , [naam 4] en [naam 2] ;
- het openbaar maken van informatie uit de Telegram-groep van de RvT en RvB;
- het openbaar maken van vermeende salarisgegevens van diverse (oud-)medewerkers;
- het openbaar maken van een e-mailbericht van een oud-medewerker aan een lid van de RvB;
- het op X openbaar maken van de identiteit van [naam 6] ;
- het openbaar maken van vertrouwelijke informatie uit de gespreksnotulen van een vergadering van de RvB en de RvT op 2 februari 2024;
- het openbaar maken en verspreiden van vertrouwelijke gegevens uit de ledenadministratie;
- het openbaar maken van het privé e-mailadres van een voormalig bestuurder;
- het onthullen van de identiteit achter het anonieme X-account van [naam 13] ;
- diverse uitlatingen in het interview met NIW.