Op 6 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007, in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om het contactherstel tussen de minderjarige en zijn vader te bevorderen, gezien de problematische situatie die is ontstaan door huiselijk geweld en de verstoorde verstandhouding tussen de ouders. De vader heeft in het verleden strafrechtelijke sancties opgelegd gekregen, wat heeft bijgedragen aan de onveilige situatie voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de ouders en de gecertificeerde instelling gehoord en geconcludeerd dat de minderjarige behoefte heeft aan begeleiding bij het contactherstel met zijn vader. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige, met als doel hem te ondersteunen in zijn ontwikkeling en het contact met zijn vader op een veilige manier te herstellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.