ECLI:NL:RBDHA:2025:4938
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.K.E. van den Heuvel, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, die de asielaanvraag op 12 november 2024 had afgewezen als ongegrond. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er met de uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL24.45702) reeds een beslissing is genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.