ECLI:NL:RBDHA:2025:4938

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
NL24.45703
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.K.E. van den Heuvel, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, die de asielaanvraag op 12 november 2024 had afgewezen als ongegrond. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er met de uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL24.45702) reeds een beslissing is genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.45703

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker],

V-nummer: [V-nummer], verzoeker
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de minister van Asiel en Migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie,

verweerder (hierna; de minister)
(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Procesverloop

Bij besluit van 12 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Met de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.45702, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 26 maart 2025 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.