ECLI:NL:RBDHA:2025:492
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag van een Syrische vrouw en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, een Syrische vrouw, had op 5 mei 2023 asiel aangevraagd in Nederland, na haar vertrek uit Syrië op 3 mei 2023. De aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie op 24 mei 2024 afgewezen als ongegrond, met de stelling dat eiseres geen gegronde vrees voor vervolging had. De rechtbank heeft het beroep op 4 december 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag onvoldoende blijk geeft van een zorgvuldige beoordeling van de individuele omstandigheden van eiseres en de algemene veiligheidssituatie in Syrië. Eiseres heeft aangevoerd dat zij vreest voor de veiligheidssituatie in Syrië als alleenstaande vrouw en dat haar aanvraag ten onrechte is afgewezen, terwijl haar schoonzus, die onder vergelijkbare omstandigheden asiel heeft aangevraagd, wel is gehonoreerd. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met de zorgvuldigheids- en motiveringsvereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.814. De rechtbank benadrukt dat de beoordeling van asielaanvragen van Syrische vreemdelingen op individuele merites moet plaatsvinden, waarbij ook de actuele veiligheidssituatie in Syrië in acht moet worden genomen.