ECLI:NL:RBDHA:2025:4911

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
NL25.5435 en NL25.5437
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL25.5435 en NL25.5437. Verzoekers, waaronder een verzoekster met een V-nummer, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvragen waren eerder door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De zitting vond plaats op 12 maart 2025, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. E.J.P. Cats, aanwezig waren. De minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde J. Albarda. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aanverwante zaken NL25.5434 en NL25.5436. Aangezien er inmiddels uitspraak was gedaan op de beroepen, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier mr. J. Dijkstra, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.5435 en NL25.5437

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer] ,
[naam], verzoekster,
V-nummer: [nummer] ,
mede voor hun minderjarige kinderen, tezamen aan te duiden als: verzoekers
(gemachtigde: mr. E.J.P. Cats),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: J. Albarda).

Procesverloop

Bij besluiten van 29 januari 2025 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL25.5434 en NL25.5436, op 12 maart 2025 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL25.5434 en NL25.5436, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J. Dijkstra, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.