ECLI:NL:RBDHA:2025:4908

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
NL25.4134
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Eritrese eiseres met problemen met autoriteiten

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Eritrese eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres diende op 19 december 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 22 januari 2025 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. De minister concludeerde dat er geen aanleiding was om eiseres ambtshalve een vergunning te verlenen of uitstel van vertrek te geven op medische gronden, en stelde een terugkeerbesluit op. De rechtbank behandelde de zaak op 12 maart 2025, waarbij eiseres werd bijgestaan door een tolk en haar gemachtigde. De rechtbank beoordeelt of de minister de asielaanvraag terecht heeft afgewezen. Eiseres, die tot de Tigrinya bevolkingsgroep behoort, stelt dat zij problemen heeft ondervonden van de Eritrese autoriteiten na het stellen van een kritische vraag tijdens een bijeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag terecht ongegrond heeft verklaard, omdat de gestelde problemen met de autoriteiten niet geloofwaardig zijn. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar claims en de rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit in stand blijven. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.4134

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] ,

V-nummer: [nummer] , eiseres
(gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. J. Albarda).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 19 december 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 22 januari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond. De minister ziet verder geen aanleiding om eiseres ambtshalve een vergunning regulier te verlenen voor bepaalde tijd of uitstel van vertrek op medische gronden. De minister heeft een terugkeerbesluit uitgevaardigd waarin staat dat eiseres Nederland binnen vier weken dient te verlaten.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 12 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres (bijgestaan door een tolk), de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de minister de asielaanvraag van eiseres heeft mogen afwijzen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank acht het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres heeft de Eritrese nationaliteit en behoort tot de Tigrinya bevolkingsgroep. Tijdens een bijeenkomst over de oorlog in Tigray heeft zij een vraag gesteld aan de autoriteiten. Eiseres denkt dat deze vraag niet goed is bevallen. De autoriteiten hebben hierna haar huis doorzocht en haar winkel gesloten. Ook is de man van eiseres opgepakt. Eiseres heeft Eritrea op legale wijze verlaten middels een visum. Bij terugkeer vreest eiseres voor gevangenschap.
Eiseres heeft de volgende documenten:
  • Eritrees paspoort (echt bevonden door de KMAR)
  • Kopie ID-kaart
  • Kopie trouwakte
  • Kopie militair boekje
  • Kopie vergunning van haar winkel.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
  • Identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • Problemen met de Eritrese autoriteiten.
5. De minister heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht (asielmotief 1). De minister acht de gestelde problemen met de Eritrese autoriteiten niet geloofwaardig (asielmotief 2). De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag ongegrond is.
6. Eiseres voert aan dat de geloofwaardigheidsbeoordeling wat betreft haar asielrelaas niet zorgvuldig is gemaakt. Eiseres stelt dat de enige reden voor het dichttimmeren van haar winkel, het intrekken van haar vergunning en de arrestatie van haar echtgenoot het feit kan zijn dat zij kritiek heeft geleverd op het regime. Op de bijeenkomst van de lokale autoriteiten op 9 september 2022 heeft eiseres een kritische vraag gesteld. Er hebben zich geen andere gebeurtenissen voorgedaan die de reden zouden kunnen zijn van haar problemen. Zij verwijst naar het algemeen ambtsbericht Eritrea, waarin wordt gemeld dat de vrijheid van meningsuiting in Eritrea zeer beperkt is. [1] Het feit dat eiseres kon uitreizen met haar visum en dat dit werd gestempeld bij haar uitreis op 13 september 2022, is geen reden om te stellen dat eiseres niet wordt gezocht. In autoritaire staten zoals Eritrea, komt het regelmatig voor dat opsporings- en grenscontrolesystemen niet altijd efficiënt werken of dat signaleringen met vertraging worden doorgevoerd. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat zij in het bezit was van twee soorten visa: het Schengenvisum en het uitreisvisum in haar paspoort. Beide visa waren al afgegeven voor de bijeenkomst van 9 september 2022. Eiseres heeft verklaard dat de autoriteiten pas op 27 september 2022 bij haar thuis zijn langsgekomen en haar huis hebben doorzocht en blijkbaar pas toen actie hebben ondernomen. Tot slot voert eiseres aan dat de minister tijdens het nader gehoor had moeten doorvragen als hij van mening was dat er sprake was van een ongeloofwaardig asielrelaas.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Het klopt dat zowel het Schengenvisum als het Eritrese uitreisvisum zijn afgegeven voor de bijeenkomst met de autoriteiten waar eiseres over heeft verteld. De minister heeft het echter op voorhand niet aannemelijk hoeven vinden dat iemand die op 9 september 2022 in negatieve zin de aandacht van de Eritrese autoriteiten op zich vestigt, bij het verlaten van het land op 13 september 2022 probleemloos een uitreisstempel krijgt. Dat er vertraging zit tussen het besluit van de autoriteiten om in te grijpen en het moment waarop dat besluit de controlerend ambtenaren aan de grens bereikt is uiteraard mogelijk, maar dat die vertraging zich hier ook daadwerkelijk heeft voorgedaan heeft eiseres niet onderbouwd. De rechtbank oordeelt verder dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat uit de verklaringen van eiseres niet blijkt dat de vraag die zij heeft gesteld op de bijeenkomst kritisch zou zijn opgevat door de aanwezigen. Hierbij neemt de rechtbank in overweging dat haar vraag door de aanwezige generaal en kolonel is beantwoord, wat minder voor de hand zou liggen als de vraag door hen als ongewenste kritiek zou zijn opgevat. Verder komt uit het gehoor van eiseres naar voren dat de bijeenkomst door de autoriteiten juist was georganiseerd om uitleg te kunnen geven over de reden dat Eritrese militairen naar Ethiopië werden gestuurd, wat ook de strekking van haar vraag was. Meerdere mensen hebben tijdens de bijeenkomst vragen gesteld en eiseres heeft na de bijeenkomst haar, van tevoren ingenomen, identiteitsbewijs weer kunnen ophalen. Wat de sluiting van haar winkel betreft heeft eiseres, ter onderbouwing van haar asielrelaas, ter zitting nog een foto overgelegd waarop haar gesloten winkel te zien zou zijn. Zij heeft toegelicht dat er ook een aanplakbiljet op de deur was geplakt. Uit de foto blijkt echter niet dat het gaat om de winkel van eiseres. Verder is het gestelde aanplakbiljet niet op de foto te zien en is niet bekend wat de inhoud van dit aanplakbiljet was. Verdere onderbouwing van de sluiting van de winkel of van de overige gestelde problemen heeft eiseres niet gegeven.
De rechtbank overweegt voorts dat uit het verslag van het nader gehoor naar voren komt dat op verschillende punten is doorgevraagd, met name naar aanleiding van het relaas van eiseres over de bijeenkomst op 9 september 2022. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid doordat tijdens het gehoor onvoldoende vragen zijn gesteld.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. De afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit blijven in stand. Daarmee staat ook vast dat eiseres moet terugkeren naar Eritrea.
8. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. Dijkstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Algemeen Ambtsbericht Eritrea mei 2022, p. 46.