In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Eritrese eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres diende op 19 december 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 22 januari 2025 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. De minister concludeerde dat er geen aanleiding was om eiseres ambtshalve een vergunning te verlenen of uitstel van vertrek te geven op medische gronden, en stelde een terugkeerbesluit op. De rechtbank behandelde de zaak op 12 maart 2025, waarbij eiseres werd bijgestaan door een tolk en haar gemachtigde. De rechtbank beoordeelt of de minister de asielaanvraag terecht heeft afgewezen. Eiseres, die tot de Tigrinya bevolkingsgroep behoort, stelt dat zij problemen heeft ondervonden van de Eritrese autoriteiten na het stellen van een kritische vraag tijdens een bijeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag terecht ongegrond heeft verklaard, omdat de gestelde problemen met de autoriteiten niet geloofwaardig zijn. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar claims en de rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag en het terugkeerbesluit in stand blijven. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.