ECLI:NL:RBDHA:2025:4906
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en inreisverbod van 10 jaar in stand gehouden door rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser, een Colombiaanse nationaliteit houder, tegen de afwijzing van zijn herhaalde asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft op 17 januari 2025 de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van tien jaar opgelegd. De rechtbank heeft op 12 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van de asielaanvraag en het inreisverbod in stand blijven. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak van 16 oktober 2024 in acht genomen, waarin de afwijzing van een eerdere asielaanvraag door de minister werd vernietigd vanwege gebrekkige motivering. De minister heeft in deze procedure zijn standpunt herhaald dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, wat door de rechtbank wordt onderschreven. Eiser heeft aangevoerd dat hij gevaar loopt bij terugkeer naar Colombia, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom het inreisverbod gerechtvaardigd is. De rechtbank concludeert dat de belangen van de staat zwaarder wegen dan die van eiser, vooral gezien zijn criminele verleden en de gevolgen daarvan voor zijn gezinsleven.