Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 5 februari 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het F9-formulier van 24 februari 2025 van de vader, met aanvullend verzoek en bijlage;
- het F9-formulier van 27 februari 2025 van de vader, met brief en bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen, ingekomen op 27 februari 2025;
- het rapport van de bijzondere curator, ingekomen op 3 maart 2025.
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2013 te [geboorteplaats] , België;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2016 te [geboorteplaats] , België;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2018 te [geboorteplaats] , België.
Verzoek en verweer
- primair de onmiddellijke terugkeer naar België, meer in het bijzonder de teruggeleiding te bevelen van de minderjarige kinderen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] , althans de terugkeer te bevelen op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, waarbij de rechtbank zal bepalen dat de moeder voornoemde minderjarige kinderen dient terug te brengen naar de vader in België en daarbij de moeder te veroordelen alsdan de geldige paspoorten van de minderjarige kinderen af te geven aan de vader, dan wel
- subsidiair te bepalen op welke datum de moeder de minderjarige kinderen met de benodigde reisdocumenten aan de vader zal afgeven, zodat de vader de minderjarige kinderen zelf mee terug kan nemen naar België;
- een voorlopige voogdijmaatregel toe te wijzen;
Feiten
- Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- De vader heeft de Belgische nationaliteit en de moeder heeft de Nederlandse nationaliteit.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2013 te [geboorteplaats] , België,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2016 te [geboorteplaats] , België,
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2018 te [geboorteplaats] , België.
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- Op 19 januari 2025 heeft de moeder de minderjarigen niet conform de zorgregeling teruggebracht naar de vader en achtergehouden in Nederland.
- De zaak is niet geregistreerd bij de Nederlandse Centrale Autoriteit.
- Bij vonnis van 1 juli 2022, op tegenspraak uitgesproken door de familierechtbank van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel, is, voor zover hier relevant, beslist dat:
- de kinderen voorlopig verder blijven ingeschreven in het bevolkingsregister op het adres van de vader, met een daarbij passende zorgregeling;
- indien de moeder in Nederland gaat wonen, geldt dat de kinderen hoofdzakelijk bij de vader verblijven en ingeschreven zullen blijven in het bevolkingsregister op zijn adres, met een zorgregeling waarbij de kinderen bij de moeder zijn in het oneven weekend van vrijdag na school (of 09.00 uur bij gebrek aan school) tot zondag om 19.00 uur, waarbij het vervoer ten laste van de moeder komt.
- beide ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk blijven uitoefenen;
- de kinderen hoofdzakelijk bij de vader verblijven en ingeschreven blijven in het bevolkingsregister op zijn adres;
- de kinderen tijdens het schooljaar bij de moeder verblijven als volgt:
- er een vakantieregeling zal gelden;
- de kinderen door de moeder worden opgehaald aan school of bij de vader thuis en aldaar teruggebracht.
- voor recht verklaard dat, indien één of meerdere vrije dagen voorafgaan aan de verblijfsperiode van de moeder, de verblijfsperiode bij de moeder aanvat aan de laatste schooldag na school (omstreeks 15.30 uur);
- voor recht verklaard dat de kinderen tijdens de vakantieperiodes bij de moeder zullen verblijven volgens de vastgestelde vakantieregeling;
- voor recht verklaard dat de kinderen elke woensdag naar de ouder kunnen bellen waar zij op dat moment niet verblijven, om 17.00 uur, behoudens onderling akkoord;
- voor recht verklaard dat de moeder in het bezit wordt gesteld van de Nederlandse paspoorten van de kinderen en dat de vader in het bezit gesteld wordt van de Belgische identiteitskaarten van de kinderen.
Beoordeling
“Wat wel bleek uit het maatschappelijk onderzoek, is dat de kinderen een speelbal zijn geworden in het conflict tussen de ouders. Beide ouders spreken negatief over elkaar tegen de kinderen, die niet weten wat ze moeten geloven. De kinderen lijden ook onder de lange tijd die zij zonder hun moeder doorbrengen. Vooral [minderjarige 1] , de oudste, beleeft de scheiding veel bewuster en heeft het er moeilijk mee.”
“Op dit moment staat het conflict echter het welbevinden van de kinderen in de weg. Er dient rust, structuur en kalmte te komen in het jonge leven van de kinderen. […] Belangrijk in dit verhaal is dat het getouwtrek dient te stoppen, gezien de kinderen hieronder lijden.”
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2013 te [geboorteplaats] , België,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2016 te [geboorteplaats] , België,
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2018 te [geboorteplaats] , België,