ECLI:NL:RBDHA:2025:483
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overdracht van asielaanvraag van Duitsland naar Frankrijk onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, met een V-nummer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had echter op 18 november 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublinverordening. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 januari 2025 zijn de verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de minister zich wel liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, waardoor er geen procedure meer bij de bestuursrechter loopt. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.B.L. van der Weele, in aanwezigheid van griffier mr. D. Janssens, en is openbaar gemaakt op 16 januari 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.