ECLI:NL:RBDHA:2025:4704

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
24 maart 2025
Zaaknummer
NL24.51607
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Spanje

Op 19 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verzoeker al internationale bescherming in Spanje heeft. De verzoeker heeft op 24 december 2024 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 februari 2025 behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door een tolk en zijn gemachtigde, mr. F. van Dijk, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door mr. J.R. Sotthewes - de Jonge.

In een eerdere uitspraak (zaaknummer NL24.51606) heeft de rechtbank de minister de gelegenheid gegeven om gebreken in het bestreden besluit te herstellen en het onderzoek heropend. Gezien de overwegingen in deze tussenuitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan Spanje totdat er een beslissing is genomen op het beroep tegen het bestreden besluit.

De voorzieningenrechter heeft de minister ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 1.814,-. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Ruiter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.51607

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. F. van Dijk),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. J.R. Sotthewes - de Jonge).

Inleiding

1. Met het besluit van 19 december 2024 heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat hij al internationale bescherming in Spanje heeft.
1.1.
Verzoeker heeft op 24 december 2024 tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. [1]
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep [2] , op 26 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker (bijgestaan door een tolk), de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.51606, heeft de rechtbank in de beroepszaak een tussenuitspraak gedaan, waarin zij de minister in de gelegenheid heeft gesteld om de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Daarbij heeft de rechtbank het onderzoek heropend.
3. Gelet op wat in de tussenuitspraak is overwogen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Spanje, totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
4. De voorzieningenrechter veroordeelt de minister in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit worden geschorst en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Spanje totdat is beslist op het beroep met zaaknummer NL24.51606;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.814,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Ruiter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Het beroep staat bekend onder zaaknummer NL24.51606.
2.NL24.51606.