ECLI:NL:RBDHA:2025:4703
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beslissing tot overdracht van een asielaanvraag op basis van medische omstandigheden
In deze zaak heeft eiseres op 26 mei 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 8 oktober 2024 niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij medische documenten heeft overgelegd die haar ernstige ziekte onderbouwen. De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2024 behandeld en de behandeling van de zaak heropend in afwachting van een BMA-advies. Dit advies, dat op 31 december 2024 is verschenen, bevestigde dat eiseres niet kan reizen vanwege haar levensbedreigende aandoening. De rechtbank heeft op 6 maart 2025 uitspraak gedaan en het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen om opnieuw te beslissen op de aanvraag. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres toegewezen, die zijn vastgesteld op € 2.267,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 maart 2025 en er is melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep.