Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 21 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en de minister van Asiel en Migratie. Verzoekster had een asielaanvraag ingediend die door de minister op 29 november 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.47906) die betrekking had op het beroep van verzoekster. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.