ECLI:NL:RBDHA:2025:466
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in asielzaak na prematuur beroep
In deze zaak heeft verzoeker op 12 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft op 20 november 2024 het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen. Echter, op 7 november 2024 heeft verzoeker opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, terwijl de termijn van zestien weken nog niet was verstreken. Dit leidde tot de conclusie dat het tweede beroep prematuur was en derhalve niet-ontvankelijk. Verzoeker heeft zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een ontvankelijk beroep en dat verzoeker geen aanspraak kan maken op een proceskostenveroordeling. Het verzoek is afgewezen, omdat er geen grond was voor een proceskostenvergoeding, gezien het prematuur ingediende beroep. De uitspraak is gedaan op 14 januari 2025 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt.