ECLI:NL:RBDHA:2025:4643

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
NL24.32604
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag door de voorzieningenrechter

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, van Oekraïense nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Minister van Asiel en Migratie bij besluit van 24 juli 2024 buiten behandeling gesteld. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 4 februari 2025 is verzoekster niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL24.32603), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op €907,-, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.32604
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
(gemachtigde: mr. A. J. de Boer),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: N. Schoonbrood).

Procesverloop

1. Bij besluit van 24 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
2. Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
3. De minister heeft een verweerschrift ingediend.
4. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.32603, op 4 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

5. Verzoekster stelt van Oekraïense nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1943.
6. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.32603, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
7. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de minister wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op €907,- ( met een waarde per punt van €907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Blok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.
W.J.T. Twijnstra, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 maart 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.