Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 5 november 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 29 juni 2023 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, verweerder in deze procedure, heeft op 13 november 2024 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder niet tijdig op de aanvraag heeft beslist en verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken omdat aan zijn verzoek is tegemoetgekomen, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek om proceskostenvergoeding gegrond is. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand, waarbij de wegingsfactor 'licht' van toepassing is, gezien het feit dat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft vervolgens verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan op 14 januari 2025 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt. Verzoeker heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.