ECLI:NL:RBDHA:2025:4517
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en begeleide omgang tussen vader en minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door mr. S. Klootwijk, heeft een verzoek ingediend voor omgang onder voorwaarden. De moeder, vertegenwoordigd door mr. R.A.F. Jansen, is als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank heeft eerder op 25 juni 2024 een beslissing pro forma aangehouden in afwachting van informatie van het Sociaal Team over de vader's psychische gezondheid en de benodigde hulp. Tijdens de zitting op 14 februari 2025 is de behandeling van de zaak voortgezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader hulp moet accepteren en openheid moet geven over zijn problematiek om begeleide omgang mogelijk te maken. De Raad voor de Kinderbescherming heeft eerder aangegeven dat de ontwikkeling van de minderjarige niet in gevaar is, maar dat er zorgen zijn over de vader. De rechtbank heeft bepaald dat het contact tussen de vader en de minderjarige begeleid moet worden door een hulpverleningsorganisatie, en dat de vader moet voldoen aan bepaalde voorwaarden voordat dit contact kan plaatsvinden. De kosten van de procedure worden door beide partijen zelf gedragen. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. A.M. Brakel, bijgestaan door griffier mr. C. Schrijvershof, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting op 6 maart 2025.