In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eisende partij] B.V. en [gedaagde partij] B.V. Het geschil betreft schade aan een gasleiding die is ontstaan door grondroerende werkzaamheden uitgevoerd door [gedaagde partij]. De eisende partij, eigenaar van het net waar de beschadigde gasleiding deel van uitmaakt, heeft [gedaagde partij] aansprakelijk gesteld voor de schade, die door [eisende partij] is begroot op € 13.993,20. De gedaagde partij heeft erkend aansprakelijk te zijn voor de schade, maar betwist de omvang van de gevorderde schade. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij aansprakelijk is voor de schade en heeft de vordering van [eisende partij] tot betaling van € 13.193,20 toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de schade op een abstracte wijze begroot kan worden, waarbij de eisende partij voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de gevorderde kosten. De gedaagde partij is ook veroordeeld in de proceskosten van de eisende partij.