ECLI:NL:RBDHA:2025:4447

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
AWB 23/1077
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek op medische gronden

Op 20 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster uit Egypte en de minister van Asiel en Migratie. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op medische gronden, welke door de minister was afgewezen in een besluit van 5 december 2024. Tegen dit besluit heeft de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 maart 2025, waarbij de verzoekster, haar gemachtigde, de gemachtigde van de minister en een tolk aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, verwijzend naar de uitspraak in de bodemzaak met zaaknummer AWB 25/46, die op dezelfde dag is gedaan. Ondanks de afwijzing van het verzoek, heeft de voorzieningenrechter de minister wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die door de verzoekster zijn gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 907,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/1077

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 maart 2025 in de zaak tussen

[naam], uit Egypte, verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N.B. Swart),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. M.P. Gaal-de Groot).

Procesverloop

Bij besluit van 5 december 2024 (het bestreden besluit) is de minister bij de afwijzing gebleven van verzoekster haar aanvraag om uitstel van vertrek op medische gronden.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak AWB 25/46, op 17 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigde van de minister en een tolk.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 25/46, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de minister wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 907,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.