ECLI:NL:RBDHA:2025:433

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 januari 2025
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
NL24.39223
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling

Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, een Oekraïense nationaliteit, beroep had ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 5 maart 2023. Eiser had op 7 oktober 2024 beroep ingesteld, omdat de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 5 september 2023 was verstreken. Echter, door een Besluit- en Vertrekmoratorium dat op 22 maart 2022 was ingesteld en twee keer was verlengd, was de beslistermijn voor eiser verlengd tot 21 maanden, wat betekende dat deze pas op 5 december 2024 eindigde. Dit leidde tot de conclusie dat de ingebrekestelling van 24 september 2024 prematuur was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.

De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling te vroeg ingediend, waardoor het beroep tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens was met de uitspraak, binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.39223

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 7 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 5 maart 2023.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Eiser heeft op 5 maart 2023 een asielaanvraag ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou in geval van eiser op 5 september 2023 eindigen. Eiser heeft de Oekraïnse nationaliteit. Op 22 maart 2022 is een Besluit- en Vertrekmoratorium [2] ingesteld dat twee keer is verlengd. Hierdoor is de beslistermijn voor eiser verlengd tot 21 maanden, waardoor deze voor eiser pas op 5 december 2024 is geëindigd. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestelling van 24 september 2024 te vroeg is ingediend. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 14 januari 2025 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Besluit instellen besluitmoratorium en vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit Oekraïne.