Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 28 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 29 november 2023 heeft eiser een ingebrekestelling ingediend, maar verweerder heeft deze ongeldig verklaard omdat deze prematuur was ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend, maar verweerder heeft deze niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling. Eiser is later toegelaten tot de nationale asielprocedure, maar de ingebrekestelling werd ongeldig verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 17 mei 2023 is ingegaan en dat deze termijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling. Eiser heeft geen bewijs geleverd voor schadevergoeding en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. De uitspraak blijft in stand en er is geen aanleiding voor proceskostenvergoeding.