Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 2] gelegen aan het [adres 3] en/of een of meer woning(en) gelegen aan het Spui door twee, althans een of meer, flessen gevuld met benzine, althans een brandbare vloeistof, en/of vuurwerk voor de deur te zetten en/of met een aansteker aan te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en boven- en/of naastgelegen woningen/panden en/of in die woningen/panden bevindende goederen en/of straatmeubilair en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten personen in nabij gelegen woningen
te duchten was;
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 1] , gelegen aan het [adres 2] en/of een woning gelegen aan het [adres 5] door een brandbare vloeistof, in een container/jerrycan/fles tegen/voor de deur(en) van die pand(en) te zetten en/of die een brandbare vloeistof, aan te steken en/of vuurwerk in de nabijheid van die brandbare vloeistof, en/of panden aan te steken terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en/of boven- en/of naastgelegen woningen/panden en/of in die woningen/panden bevindende goederen en/of straatmeubilair en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten [naam 6] en/of haar kind en/of personen in nabij gelegen woningen
te duchten was;
hij op of omstreeks 13 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 2] gelegen aan het [adres 3] en/of een woning gelegen aan het [adres 4] door benzine, althans een brandbare vloeistof, in een container/jerrycan/fles tegen/voor de deur(en) van die pand(en) te zetten en/of die benzine, althans een brandbare vloeistof, aan te steken en/of vuurwerk in de nabijheid van die benzine, althans brandbare vloeistof, en/of panden aan te steken terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en boven- en/of naastgelegen woningen/panden en/of in die woningen/panden bevindende goederen en/of straatmeubilair en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten [naam 3] en/of [naam 5] en/of personen in nabij gelegen woningen
te duchten was.
3.De bewijsbeslissing
in de bijlageopgenomen de wettige bewijsmiddelen. De rechtbank heeft daarbij met een opgave van bewijsmiddelen volstaan, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte heeft deze feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
ten aanzien van feit 1niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat er levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was. Van dat onderdeel in de tenlastelegging zal de verdachte worden vrijgesproken.
in de bijlageopgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
hij op 10 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 2] gelegen aan het [adres 3] door twee flessen gevuld met benzine en vuurwerk voor de deur te zetten en met een aansteker aan te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en
zichin
datpand bevindende goederen te duchten was;
hij op 12 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 1] , gelegen aan het [adres 2] , door een brandbare vloeistof, in een jerrycan voor de deur van
datpand te zetten en vuurwerk in de nabijheid van die brandbare vloeistof aan te steken terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en bovengelegen woning en
zichin die woning/
datpand bevindende goederen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten [naam 6] en haar kind te duchten was;
hij op 13 juni 2024 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van [bedrijfsnaam 2] gelegen aan het [adres 3] en een woning gelegen aan het [adres 4] door benzine in een container voor de deur van die panden te zetten en vuurwerk in de nabijheid van die benzine en panden aan te steken terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die slijterij en bovengelegen woning en
zichin die woning/
datpand bevindende goederen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten [naam 3] en [naam 5] te duchten was.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
Geadviseerd wordt daarom de verdachte de hem ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen. Het risico op recidive kan volgens de psychiater als matig verhoogd tot hoog worden ingeschat. Door de psychiater wordt geadviseerd om het recidivegevaar te beperken door nader onderzoek en behandeling van de neurocognitieve stoornis en de stoornissen in het gebruik van middelen van de verdachte in en vanuit een Forensisch Psychiatrische Afdeling, in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel. Een tbs-maatregel is volgens de psychiater niet noodzakelijk, omdat het recidiverisico in voldoende mate beperkt kan worden middels de geadviseerde interventie.
7.De vorderingen van de benadeelde partijen/de schadevergoedingsmaatregelen
8.Het in beslag genomen voorwerp
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (ZEVEN) JAREN;
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
[naam 1]deels toe tot een bedrag van € 44.170,05 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 10 juni 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan
[naam 1];
[naam 1];
[naam 2]toe tot een bedrag van € 26.398,71 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 12 juni 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan
[naam 2];
[naam 2];
[naam 3]deels toe tot een bedrag van € 171,61 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 13 juni 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan
[naam 3];
[naam 3];