Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2025 in de zaak tussen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om het Nederlanderschap te verlenen beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag afgewezen op 5 januari 2023, en na bezwaar bleef de afwijzing in stand. De rechtbank behandelt het beroep op 12 februari 2025, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig zijn, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht geen onderscheid maakt tussen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke taakstraffen in het beleid, en dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor naturalisatie, omdat hij een taakstraf van 60 uren heeft gekregen, wat boven de beleidsmatige ondergrens van 36 uren ligt. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van het beleid wordt afgeweken. Eiser had een voorwaardelijke taakstraf opgelegd gekregen, maar de rechtbank stelt vast dat dit niet betekent dat hij geen gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de minister de aanvraag om naturalisatie terecht heeft afgewezen. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.