Uitspraak
RECHTBANK
1.De procedure
2.De feiten
4. Toeslagmaterialen
betaling
Rechtbank Den Haag
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, vordert de besloten vennootschap Heidelberg Materials Nederland Beton B.V. betaling van een bedrag van € 15.105,05 van de gedaagde partij, [bedrijfsnaam 1] B.V., wegens geleverde beton dat vervuild bleek te zijn met visresten. De rechtbank oordeelt dat de vervuiling binnen de door Heidelberg gehanteerde NEN-normen valt, waardoor Heidelberg niet tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter wijst de vordering van Heidelberg toe, maar vermindert het te betalen bedrag tot € 9.499,72, vermeerderd met rente vanaf 10 februari 2024. In reconventie vordert [bedrijfsnaam 1] een verklaring voor recht dat Heidelberg tekortgeschoten is, maar deze vordering wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de reparatiekosten voor de helft voor rekening van Heidelberg komen, en kent een bedrag van € 353,50 toe aan [bedrijfsnaam 1]. De proceskosten worden toegewezen aan Heidelberg, die grotendeels in het gelijk is gesteld.