Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. J.S. Makhan-Idu)
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek met betrekking tot de niet volledige naleving van de verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen op de parkeergarage van het gebouw. Het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk heeft op 9 januari 2023 het handhavingsverzoek van eisers afgewezen, en dit besluit is in een later bezwaar bevestigd. Eisers hebben beroep ingesteld, maar hebben zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank heeft het beroep op 18 februari 2025 behandeld, waarbij het college en de vergunninghouder aanwezig waren.
De rechtbank stelt vast dat de omgevingsvergunning voor de zonnepanelen op 21 oktober 2021 is verleend. Eisers hebben op 23 juni 2022 handhaving verzocht, omdat zij van mening zijn dat het zonnepanelendak niet voldoet aan de vergunning. Het college heeft echter geoordeeld dat de afwijkingen vergunningvrij zijn en dat er geen sprake is van een welstandsexces. De rechtbank concludeert dat de Wabo, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft op het handhavingsverzoek, en dat de vergunninghouder niet in strijd heeft gehandeld met de wet.
De rechtbank oordeelt dat er geen overtreding is geconstateerd en dat het college terecht heeft afgezien van handhaving. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk en is openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.